ArtEZ Studium GeneralePublication
esy.46.01patroon10els.webp

Radicaal dromen, slotessay


Els Cornelis

Foto: Lars Keppel
Foto: Lars Keppel
Els Cornelis is a relational artist, lecturer and researcher at HKU School of Fine Art and HKU School of Creative Transformation. At HKU School of Fine Art, she is the project leader and initiator of the research into the possibilities of a new model for the art school - a PLURIVERSITY OF THE ARTS - in which process-based decolonization and multiperspectivity form the basis. She is also involved in ArtEZ Studium Generale where she collaborates on (temporary) projects to explore alternative and more inclusive ways of working within arts education.
In dit slotessay Radicaal Dromen pleit Els Cornelis voor dromen zonder vrijblijvendheid. Dromen dat kan helpen om richting te bepalen in een tijd vol urgenties. Dromen om andere mogelijkheden te exploreren en te breken met wat ons niet (meer) dient. Dromen over andere ruimtes en een kunsthogeschool van de toekomst, een ‘Pluriversity of the Arts’, dat door het delen van realiteiten en meerstemmigheid een optimale leeromgeving vormt waarbij iedereen welkom is.
 
esy.46.elscorneliskleinercopy.webp

Els Cornelis

Els Cornelis is relationeel kunstenaar, docent en onderzoeker aan HKU School of Fine Art en HKU School of Creative Transformation. Bij HKU School of Fine Art is ze de projectleider en initiator van het onderzoek naar de mogelijkheden van een nieuw model voor de kunsthogeschool – een PLURIVERSITY OF THE ARTS - waarbij procesmatige dekolonisering en meerstemmigheid de basis vormen. Daarnaast is ze betrokken bij ArtEZ Studium Generale waar ze in (tijdelijke) projecten (samen)werkt aan het exploreren van alternatieve, en meer inclusieve manieren van werken binnen kunsteducatie.

In een campagne om kunsteducatie meer op de kaart te zetten werden in 2013 in Los Angeles bussen en metro’s beschilderd. John Baldessari (1931-2020), conceptueel kunstenaar en kunsteducator, koos voor de woorden ‘Learn to Dream’. Want:

Just learning information is not enough. It’s necessary to dream.
*

S. Tantemsapya, ‘John Baldessari Dares L.A. to Dream’, Whitewall Art, 31 januari 2013.



Diezelfde Baldessari ging ervan uit dat het onmogelijk was om kunst als zodanig aan te leren; het was enkel mogelijk om de voorwaarden, de omgeving te creëren.
*

Zie bijvoorbeeld ook J. Elkins, Why Art Cannot be Taught: A Handbook for Art Students, Champaign, IL: University of Illinois Press, 2001.

In zijn woorden:

You can just sort of set the stage for it.
*

A. Zucker, ‘The Educator Who Changed How We Think About Art’, Artfully Learning,1 juli 2020.



Waaruit bestaat die omgeving van leren dan? En hoe die te creëren, wat is ervoor nodig? Hoe ziet de kunsthogeschool van de toekomst eruit? Hoe ruikt, klinkt en smaakt ze? Welke waarden staan centraal en hoe uiten deze zich?

Wat als je vrij kon dromen?

*

In de interviewreeks ‘Van een University of the Arts naar een Pluriversity of the Arts’ kwamen deze (en andere) vragen aan bod in gesprekken met kunsteducatoren, kunstenaars en denkers, docenten en studenten, die elk op hun eigen manier ervaring hebben met het opzetten van alternatieve kunsteducatieve structuren: , , , , Pascal Gielen, , , , , en .

Dat er een zekere urgentie wordt gevoeld bij het exploreren van deze vragen, is duidelijk. De wereld is dringend op zoek naar antwoorden, naar oplossingen voor tal van complexe en verontrustende problemen. Educatie en kunst bevinden zich in een totaal andere wereld dan pakweg vijftien jaar geleden. Daarnaast is er in recente jaren veel te doen geweest over de ‘toxische omgeving’ van kunsthogescholen. Klachten over een torenhoge werkdruk voor studenten, een sociaal onveilige en weinig inclusieve omgeving, nefaste effecten van de machtsstructuren, een te ver doorgevoerde zakelijkheid… Wat de negatieve aspecten ook waren, ze zaten duidelijk een optimale leeromgeving in de weg.
 
Door de geschiedenis heen heeft het kunstonderwijs al een behoorlijk aantal vormen gekend.
*

B. Taken en J. Boomgaard, ‘Between Romantic Isolation and Avant-Gardist Adaptation’, in: P. Gielen en P. De Bruyne (red.), Teaching Art in the Neoliberal Realm. Realism Versus Cynicism, Amsterdam: Valiz, 2012, pp. 87-100; S. Thorne, School. A Recent History of Self-Organized Art Education, Londen: Sternberg Press, 2017.

Van de ‘klassieke’ academie tot het door romantische noties bepaalde kunstonderwijs. Van het Bauhaus tot de Free International University for Creativity and Interdisciplinary Research van Joseph Beuys. Van de neoliberaal georiënteerde kunsthogescholen van dit moment tot initiatieven die zichzelf uitroepen tot autonome ‘School’
*

Zo noemde

zijn afstudeerproject (2019) aan de KABK The School within the School. Zie het interview met Bardwell in deze bundel.

Andere voorbeelden: 1. De School of Missing Studies (2013-2015), een tijdelijk masterprogramma van het Sandberg Instituut, geïnitieerd door Sabine von Fischer, Ivan Kucina, Bik van der Pol en anderen; Bik van der Pol, ‘Do You See the Signal?’, in: Bik van der Pol (red.), School of Missing Studies, Sandberg Series 1, Londen: Sternberg Press, 2017, pp. 27-52; Thorne, School, 2017, pp. 336-347; . 2. De School of Improper Education, opgezet door het KUNCI Study Forum & Collective (Indonesië), richt zich op het kritisch bevragen van de notie van autoriteit in kennisproductie; Open Call for KUNCI School of Improper Education; KUNCI Study Forum & Collective, Letters. The classroom is burning, let’s dream about a School of Improper Education, Brooklyn, NY: Ugly Duckling Presse, 2020.

of ‘University’,
*

Zoals de Copenhagen Free University, dat los van enig instituut is opgericht door Henrietta Heise en Jakob Jakobsen, met als ‘standplaats’ hun eigen appartement in Kopenhagen. Door middel van ‘socialized research’ werd er gewerkt rond thema’s als institutionalisering en kennisproductie (Thorne, School, 2017, p. 193).

of juist ‘No School’
*

No School, geïnitieerd vanuit ArtEZ, is een groeiende beweging die zich focust op het experimenteren met verschillende vormen van leren, waarbij creativiteit centraal staat. I. Ouwens, F. Camuti en B. Stevens (red.), No School Manifesto. A Movement of Creative Education, Amsterdam: Valiz, 2020. Ook interessant is No University, een internationale gemeenschap van makers en wetenschappers gericht op het interdisciplinair en non-reductionistisch benaderen van sociale vraagstukken; J. Lutters, No University. A Creative Turn in Higher Education, Arnhem: ArtEZ Press, 2021; No University.

of ‘Anti-University’
*

Zoals de Anti-University of London (1968-1971), opgericht door David Cooper en Alan Krebs. De volledig zelfstandig functionerende Anti-University telde een faculteit van veertig tot vijftig mensen: psychiaters, psychoanalytici en politieke theoretici; de focus lag op machtsstructuren en leren. Thorne, School, 2017, p. 200; Anti University en Anti University of London.

. Telkens vragen tijden van verandering om het herzien van de waarden en uitgangspunten.
 
*

Right here we are at the center of revolution.
*

Thorne, School, 2017, p. 36.



Deze uitspraak komt uit de notulen van een van de eerste overleggen van CalArts, dat in 1970 in Los Angeles de deuren opende.
*

CalArts staat voor California Institute of the Arts (Santa Clarita, Californië).

Een tijd van protesten tegen Vietnam en acties voor de gelijkheid van minderheidsgroepen.

Nu is er opnieuw een tijd aangebroken van grote verandering. Ook al voelt dit voor sommigen misschien als een tijd van revolutie, de richting lijkt minder helder dan toen.

Dromen kan helpen om richting te bepalen. Om te breken met wat is en niet (meer) dient. In de afgelopen tijd was dromen not done – het was voorbehouden aan de idealisten (en dat was geen compliment), aan de dagdromers, aan de vaak als onsuccesvol bestempelde kunstenaars. Dromen of verbeelden werd niet gerekend tot de gewenste manieren van werken
*

Toen de ernst van de crises waarmee we te maken hadden duidelijk werd, kwam er meer aandacht voor de kracht van verbeelding en creativiteit; zie bijvoorbeeld M. Kruk, ‘Een crisis is ook altijd een kwestie van verbeelding’, Filosofie Magazine, 26 februari 2021, filosofie.nl; Jaap Tielbeke, ‘Crisis van de verbeelding’, De Groene Amsterdammer, nr. 34, 23 augustus 2017; Ruben Jacobs, Artonauten. Op expeditie in het Antropoceen, Rotterdam: V2-Publishing, 2018; Merlijn Twaalfhoven, Het is aan ons. Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden, Amsterdam: Atlas Contact, 2020.

en efficacy (met opzet gebruik ik hier de Engelse term: dergelijke managementtermen horen immers bij de newspeak
*

Rudi Laermans, Lieven De Cauter en Karel Vanhaesebrouck, Klein lexicon van het managementjargon. Een kritiek van de nieuwe newspeak, Antwerpen: EPO, 2016; M. Vaerman, ‘De x-factor van het managementjargon (doorprikt)’, Rekto Verso, 27 maart 2017.

van het neoliberalisme en het daaraan gerelateerde managerialisme dat efficiëntie en kostenbesparing als hoogste waarden hanteert). Wat wél gezien werd als uiterst efficiënt, zijn de quick fixes.

Quick fixes bevestigen echter vaak de status quo. Het gaat om het snel repareren van de kwalijke gevolgen van een ontstane situatie, om vasthouden aan wat is.

Niet dat dit niet goed kán zijn, deze vlugge reparaties. Als een huis staat, dan staat het. Dan zou je wel gek zijn om het af te breken als het ook onderhouden kan worden door een extra schilderbeurt of het vervangen van wat houtwerk. Maar wat als je meer en meer merkt dat het huis mee beweegt met elke fikse windvlaag, het dak keer op keer lekt, het beton van de fundering rot begint te vertonen of misschien zelfs nooit goed is geweest? Hoe ver ga je met dat keer op keer repareren?
*

(voormalig student beeldende kunst aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) lijkt ook het dekoloniseren zoals dit tot nu toe plaatsvindt in kunsthogescholen, te beschouwen als quick fixes. Zij ziet het dekoloniseren van gekoloniseerde onderwijsinhouden en -vormen als onmogelijk: ‘It needs to start from scratch’. Zie ons interview met .

 
*

Het dromen waar ik op doel omvat veel vrijheid, en weinig vrijblijvendheid. Dit dromen is radicaal, en weinig vrijblijvend, in de zin dat je het niet wegwuift als ‘maar een droom’, maar je er voor gaat staan. Voor het luchtkasteel dat voor je geestesoog ontstaat. Voor een toekomstvisioen. Voor de waarden die erin tevoorschijn komen. Hoe anders kun je dat wat er nog niet is exploreren, leren kennen? Hoe kun je leren over het andere, waar je geen ervaring mee hebt? Hoe anders die sprong in het luchtledige te wagen om de wortels van het systeem te veranderen?

Hoewel het een grote mate van vrijheid omvat, zie ik het radicale dromen, het verbeelden van andere mogelijkheden, als iets anders dan het onbeperkte fantaseren. Zoals de Spaanse filosoof Marina Garcés schrijft:

Fantasy works with the absence of limits, whereas the imagination explores what can happen if we have a looser relationship with them.
*

M. Garcés, ‘Learning Strangeness’, in: Pablo Martinez, Emily Pethick en What, How & for Whom / WHW (red.), Artistic Ecologies, Londen: Sternberg Press, 2021.


En:
(…) the relationship between the imagination and the limits (the bars) is being able to break through. The imagination dies only when the enclosure is absolute.

*

Jongeren belichamen energie, daadkracht en een frisse blik – precies die eigenschappen die nodig zijn om de urgente vraagstukken waar we voor staan aan te pakken, zo wordt vaak gedacht. Het onderwijs wordt hierbij gezien als een belangrijke schakel.

Sociale, culturele en economische problemen worden zo goed als een-op-een vertaald naar ‘leerproblemen’ en ‘het onderwijs [is] dé plek om met oplossingen te komen’.
*

M. Simons en J. Masschelein, ‘School, a Matter of Form’, in: Gielen en De Bruyne (red.), Teaching Art in the Neoliberal Realm, 2012, pp. 69-83, p. 80.

De Belgische sociaal filosofen Maarten Simons en Jan Masschelein schetsen hoe onderwijsdoelen, bekeken vanuit een focus op directe inzetbaarheid (employability), herkaderd worden in termen van (inzetbare) competenties, ook competenties gericht op creativiteit en culturele participatie.
*

Simons en Masschelein, ‘School, a Matter of Form’. Zie ook Gert Biesta, die ageerde tegen de ‘blinde’ opkomst van de eenentwintigste-eeuwse vaardigheden in het onderwijs: G. Biesta, ‘Kritische blik op toekomstig onderwijs. (On)zin van 21e-eeuwse vaardigheden’, HJK, 1 april 2016.

De tijd binnen de opleiding, zo efficiënt mogelijk ingezet, wordt gezien als een resource die gemanaged moet worden, waarbij prioriteiten, investering en verwachte opbrengst tegen elkaar worden afgewogen.

There is no time. We have no time.

(…) Maybe we are not just living busy lives, but our lives have become businesses; enterprises that actually never close.
*

Simons en Masschelein, ‘School, a Matter of Form’, p. 70.

 
In welke mate resulteert het ‘druk, druk, druk’ van onze entrepreneurial selves
*

Ibidem.

in een absolute begrenzing, de absolute enclosure waar Garcés het over heeft? Hoeveel vrijheid rest er als de tijd onze ruimte op deze manier inperkt,
*

(hoogleraar cultuursociologie met interesse in de institutionele context van de kunsten) toont zich kritisch over het gebrek aan tijd in kunsthogescholen. ‘In een kunsthogeschool leren jonge mensen hoe ze zich kwetsbaar kunnen opstellen.’ Het opbouwen van vertrouwen is hierbij essentieel. En dat vraagt tijd. Zie het interview met in deze bundel.
Ook (relationeel kunstenaar en onderzoeker) duidt op het belang van tijd in onderwijs. Er is tijd nodig om ruimte te scheppen voor dialoog en studenten aan te spreken op de voorkennis en hun positionality, zo stelt ze. Zie het interview met in deze bundel.

en de focus grotendeels op productie, productiviteit en opbrengst is gericht?
*

(kunstenaar met een achtergrond in activisme en traumaverwerking) wijst in het interview op het nefaste effect van het beschouwen van onze lichamen als machines; hen ziet het oog hebben voor het lichaam – embodiment – met zorg voor zichzelf en elkaar als essentieel voor het goed (en gezond) functioneren van een relationeel ecosysteem of organisatie. Zie het interview met in deze bundel.

Interessant in dit kader is het boek van Devon Price, Laziness Does Not Exist. A Defense of the Exhausted, Exploited, and Overworked, New York: Atria, 2021. Hierin onderzoekt hij hoe we onze waarde koppelen aan productiviteit, met alle gevolgen van dien, en hoe we dit kunnen doorbreken. Zie ook Devon Price, ‘Laziness Does Not Exist. But Unseen Barriers Do’, Medium, Humans 101, 23 maart 2018, .

Biedt dit voldoende ruimte (en tijd) om de kaders – de grenzen – kritisch te bevragen, op te rekken of misschien zelfs door elkaar te schudden? En volstaat dit om tot echte oplossingen te komen? Kunnen er fundamenteel andere antwoorden verrijzen vanuit hetzelfde (denk- en handelings)kader als van waaruit de problemen in eerste instantie ontstaan zijn, of is daarvoor een andere ruimte nodig?

Hoe kunnen we deze ruimte anders inrichten en laten breken met (of onderbreken van) wat er al is?

Hoe leren we jongeren te dromen?

*

Grenzen bakenen een ruimte af en vormen zo een enclosure – met een binnen en een buiten.

Ze kaderen en beperken, maar kunnen tegelijkertijd ook vrijheid bieden, in de vorm van een vrijplaats, een plek waarin iets anders kan of mag dan buiten die plek. Op deze manier beschermen de grenzen de ruimte er binnenin.
 
Het woord ‘school’ heeft zijn etymologische wortels in het Griekse σχολή (scholè), dat ‘vrije tijd’ betekent
*

Simons en Masschelein, ‘School, a Matter of Form’, p. 72.

– een plek waar, los van verwachtingen en los van productie, geëxperimenteerd en gespeeld kan worden.
*

(schrijver en educator) spreekt in het interview dat
Els Cornelis

Els Cornelis is relationeel kunstenaar, docent en onderzoeker aan HKU School of Fine Art en HKU School of Creative Transformation. Bij HKU School of Fine Art is ze de projectleider en initiator van het onderzoek naar de mogelijkheden van een nieuw model voor de kunsthogeschool – een PLURIVERSITY OF THE ARTS - waarbij procesmatige dekolonisering en meerstemmigheid de basis vormen. Daarnaast is ze betrokken bij ArtEZ Studium Generale waar ze in (tijdelijke) projecten (samen)werkt aan het exploreren van alternatieve, en meer inclusieve manieren van werken binnen kunsteducatie.

en Catelijne de Muijnck in deze reeks met hem hadden, over de waarde van lanterfanten. Dat onderscheidt zich duidelijk van de prestatiecultuur die op kunsthogescholen in hoge mate zichtbaar is. Hij verwijst hierbij naar de homo economicus, een term die nauw aansluit bij het entrepreneurial self en (onder andere) gebruikt wordt door de filosoof Wendy Brown. Van Weelden vertaalt Browns analyse van de invloed van het neoliberalisme op de democratie naar het kunstonderwijs. Zie het interview met , Wendy Brown, Het ontmantelen van de demos. De stille revolutie van het neoliberalisme, Basisserie 17, Amsterdam: Octavo, 2016.

In welke mate bieden onze kunsthogescholen vandaag de dag een vrijplaats? Hoeveel (artistieke, sociale, mentale en onderwijs)ruimte is er om werkelijk te dromen over andere mogelijkheden? Met elkaar, met studenten?

En wie heeft de grenzen gemaakt, en voor wie, en vanuit welk mens- en wereldbeeld? En vanuit welk beeld over kunst en educatie?

Waar de één een vrijplaats ervaart, ervaart de ander wellicht vooral de grenzen. De ruimte binnen kunsthogescholen is niet voor iedereen, op elk moment, op elke plek, even toegankelijk of inclusief. De grenzen zijn voor sommigen harder dan voor anderen. De feministische denker Sara Ahmed omschrijft het werk met betrekking tot diversiteit in bijvoorbeeld onderwijsinstituten als wall work, ofwel muurwerk:

You sense how repetition becomes a sore point: if you throw yourself against a wall, it is you that gets sore. And what happens to the wall? All you seem to have done is scratched the surface. And this is what diversity work can feel like: scratching the surface, scratching at the surface.
*

S. Ahmed, What’s the Use? On the Uses of Use, Durham, NC: Duke University Press, 2019, p. 151.


*

Radicaal dromen heeft een vrijplaats nodig. Een ruimte die los staat van het efficiëntiedenken. Tegelijkertijd beweegt, schuurt of botst het tegen de grenzen aan en daardoor worden grenzen zichtbaar en voelbaar. Deze ervaringen katapulteren het verlangen, nog verder, naar andere mogelijkheden, andere ruimtes. Het verlangen naar het doorbreken van kaders die niet dienen, het losweken van de te vaste grenzen die bepaald worden door een dominant perspectief.
*

Het is interessant om hier het begrip unlearning te vermelden, gemunt door de literair theoreticus en feministisch criticus Gayatri Chakravorty Spivak, een term die een grote bron van inspiratie vormt voor

(kunstenaar, educator en schrijver). In het interview geeft Krauss de volgende toelichting van unlearning: ‘The way I understand Spivak’s unlearning is relentlessly working through one’s own histories, assumptions and prejudices in order to be able to face or better tackle injustices in a globalised world.’ Daarnaast verwijs ik graag naar het werk van Rolando Vázquez, dat ook ter sprake kwam in de interviews met Krier en Krauss. Zie bijvoorbeeld Leana Boven, ‘Towards an age of listening and relationality. Talking to Rolando Vázquez about Vistas of Modernity’, Metropolis M, 10 september 2021; Rolando Vázquez, Vistas of Modernity. Decolonial aesthesis and the end of the contemporary, Essay 014, Amsterdam: Mondriaan Fonds, 2021.

Een perspectief dat niet eerder bevraagd werd, dat zo hoort te zijn, niet anders lijkt te kunnen zijn.

Het verlangen naar structureel andere mogelijkheden en andere ruimtes wordt niet beantwoord door iemand anders op de stoel van de macht te zetten. Het gaat om een andere beweging, een waarbij we onszelf inzetten. Ik citeer de Ierse kunstenaar Sarah Pierce:

Revolution proceeds toward violence to subvert and replace, and leaves the question of justice to later, to whomever is holding the whip (…). Master becomes slave; slave becomes the new master. Power remains constant.

Rebellion on the other hand turns, and this turn (in turn) brings a struggle back to questions that previously appeared settled and resolved, and infuses them with other desires, other judgements. Things have changed, and with them a different subject emerges – a new subject.
*

S. Pierce, ‘As If!’, in: Bik van der Pol (red.), School of Missing Studies, 2017, pp. 87-100.



Misschien is deze tijd van verandering niet zozeer te typeren als een tijd van revolutie, maar eerder als een van rebellie. Er lijkt geen duidelijke, vastomlijnde richting te zijn; er zijn (ver)beeld(ing)en die elkaar (kunnen) aanraken en voeden. Er is geen lijst met gewenste of geëiste aanpassingen opgesteld die als quick fixes doorgevoerd kunnen worden – die gaan immers uit van het systeem dat er is. Radicaal dromen gaat juist uit van andere mogelijkheden.

Ik verwijs hier graag naar de analyse van de Amerikaanse filosoof Judith Butler over de Occupy-beweging, die als een internationale protestbeweging in 2011 ontstond, geen centrale organisatie had en als voorbeeld diende voor andere demonstraties en bewegingen, zoals #metoo en Black Lives Matter.
*

Jacqueline van Stekelenburg, hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, op NPO Radio 1, 26 oktober 2021.

Butler stelt dat de Occupy-beweging werd aangewakkerd door waarden:

They are demanding to be recognized and to be valued; they are exercising a right to appear and to exercise freedom; they are calling for a viable life.
*

J. Butler, ‘For and Against Precarity’, Tidal: Occupy Theory, Occupy Strategy, nr. 1, december 2011. Dit citaat doet me sterk denken aan de ideeën van

(kunstenaar en schrijver). Wijers, als leerling van Joseph Beuys door hem geïnspireerd, leeft zo goed als het kan volgens de waarden waar ze voor staat. In het interview vertrekt ze vanuit een andere wereld, een wereld waarin men een basisinkomen krijgt en kunst (als een vorm van denken) optimaal kan bijdragen aan de maatschappij: ‘From metal sculpture to mental sculpture and from competition to compassion.’ Zie het interview met in deze bundel. Ook interessant is een project dat Wijers in 1990 in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en het Stedelijk Museum Amsterdam heeft opgezet: Art meets Sience and Spirituality in a Changing Economy. Daarin spraken de panelleden (kunstenaars, spirituele leiders, economisten en wetenschappers), onder anderen de kunstenaars Robert Rauschenberg, Lawrence Weiner en Marina Abramović, theoretisch fysicus en filosoof David Bohm, de Dalai Lama, componist John Cage en natuurkundige Fritjof Capra, gedurende vijf dagen met elkaar over een mogelijke toekomst. Voor meer informatie zie bijvoorbeeld de video van het Institute for Advanced Study van de UvA: ‘Interview with | Art meets Science and Spirituality in a Changing Economy’, 8 april 2021, ===youtube.comL. Wijers, Tomorrow’s Language. Art Meets Science and Spirituality in a Changing Economy, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, 2022.



Een van de grote kritiekpunten op de Occupy-beweging was dat er geen concrete, eenduidige eisen kwamen. ‘Wat zijn de eisen?’, werd vaak gevraagd (denk: zodat we die ‒ al dan niet ‒kunnen inwilligen, quick kunnen fixen, en weer terug kunnen naar business as usual).

Butler weerlegt en kadert deze kritiek.
*

J. Butler, ‘So What Are the Demands’,Tidal: Occupy Theory, Occupy Strategy, nr. 2, december 2011.

Want ook al zouden de waarden waar de Occupy-beweging voor staat, worden vertaald in een lijst met concrete eisen, dan kan de inwilliging daarvan nooit congruent zijn met de systeemverandering waarnaar wordt verlangd. Een lijst met eisen verhindert dat we de relaties zien tussen de verschillende aspecten ‒ de werking van het systeem, de algemenere structuur ‒ en het reageren daarop. Bovendien wordt deze lijst met eisen meestal voorgelegd aan het systeem dat juist de problemen (zoals ongelijkheid) heeft voortgebracht. En ook: vragen om een lijst met eisen bevestigt het idee dat een radicale breuk met het systeem zelf niet onderhandelbaar is. Het systeem is immers nu eenmaal zo, het is een gegeven en is niet te veranderen. Het zou dan ook onrealistisch (lees: gek) zijn om daar anders over te denken.

Onrealistisch? Butler poneert dat het onze ethische plicht is om onrealistisch te zijn.

Sometimes you have to imagine in a radical way that makes you seem a little crazy, that puts you in an embarrassing light, in order to open up a possibility that others have already closed down with their knowing realism.
*

Masha Gessen, ‘Judith Butler Wants Us to Reshape Our Rage’,The New Yorker, 9 februari 2020.



*

De oorspronkelijke titel van deze interviewreeks, ‘Future of the Art School’, werd – terecht – bekritiseerd door de door ons geïnterviewde relationeel kunstenaar en onderzoeker . Ze vroeg zich af: hoezo één toekomst?
*

Naast de kanttekeningen van

is ook het interview met (educator, kunstenaar en onderzoeker) hier interessant. ‘What is this Future? Is it something somewhere in the as-yet-unforeseeable? Or has it already happened? Is it happening now? Is it to be found in multiple timelines and storylines?’ Zie het interview met .

Hoezo één school? Krier nam ons mee in het denken van de Colombiaans-Amerikaanse antropoloog Arturo Escobar, die in het boek Designs for the Pluriverse op de crisis wijst waarin we ons bevinden.
*

Arturo Escobar, Designs for the Pluriverse. Radical Interdependence, Autonomy, and the Making of Worlds, Durham, NC: Duke University Press, 2018.

Een crisis die is ontstaan vanuit het beschavingsmodel dat is geënt op de westerse, patriarchale, kapitalistische moderniteit. Hij pleit voor een andere manier van denken, van leven, van relateren, waarbij we oog hebben voor het bestaan van verschillende werelden en verschillende realiteiten die met elkaar verbonden zijn. In dit kader citeert Escobar de Mexicaanse antikapitalistische revolutionaire beweging van de Zapatistas:

A world where many worlds fit.
*

Idem, p. xvi.


Een disclaimer is hier wellicht op zijn plaats. ‘Veel werelden’ betekent hier niet een uitbreiding van de keuzemogelijkheden, ‘een neoliberale flexibiliteit waarbij we alles nemen wat we leuk vinden of waarvan we denken dat we het nodig hebben’. De door ons geïnterviewde kunstenaar wijst erop dat de tijd van ‘à la carte’-leven voorbij is en meent, hierbij verwijzend naar de eerdergenoemde filosoof Marina Garcés, dat commitment in relatie staat tot het delen van realiteiten.
*

refereert in het interview aan M. Garcés, ‘El Compromis / Commitment’, lezing op 18 februari 2013 aan het Centre de Cultura Contemporània de Barcelona (CCCB), als onderdeel van de In Common-lezingenreeks. Zie het interview met in deze bundel.



Een wereld waarin vele werelden passen, resulteert in een future with futures – een toekomst waarbij we ons niet zozeer richten op (eenduidige) vooruitgang of accumulatie, zoals bepaald door de Verlichting,
*

Zie voor kritische kanttekeningen met betrekking tot het (westerse) begrip van vooruitgang, innovatie en accumulatie van kennis de interviews met

, en .

maar op Sustainment, het behouden van het pluriversum in plaats van het vernietigen ervan. Dan is futuring mogelijk. En dat vraagt om andere manieren van denken, zijn en handelen.
*

Escobar, Designs for the Pluriverse, pp. 117-118. Escobar baseert zich hier op het begrip sustainment van Tony Fry, filosoof en designtheoreticus; zie bijvoorbeeld.



*

Ook al zijn er veel verschillende kunsthogescholen en veel verschillende opleidingen, toch worden deze veelal gestuurd door een dominant perspectief van avant-gardistische/modernistische en neoliberale denkbeelden. Onderwijs is in geen geval objectief of neutraal te noemen, ook het huidige onderwijs niet. Het dominante perspectief zorgt voor een inperking van de toegankelijkheid van het onderwijs, legt veel druk op de studenten en werkt individualisme, competitie, eenzaamheid en machtsstructuren in de hand.
*

J. Boessen, ‘Wat is er mis met de kunstacademie? Deel II, Hoe het avant-gardisme kunstonderwijs in de weg zit’, Mister Motley, 22 april 2021; ook interessant is J. Boessen, ‘Wat is er mis met de kunstacademie? Op zoek naar weeffouten in het kunstonderwijs’, Mister Motley, 21 december 2020. Gielen en De Bruyne (red.), Teaching Art in the Neoliberal Realm (zie noot 6). Zie voor de invloed van het neoliberalisme, met daaraan gerelateerd het idee van maakbaarheid, de vrijemarktwerking en privatisering, op de vorming van onze identiteit: P. Verhaeghe, Identiteit, Amsterdam: De Bezige Bij, 2012.

*

In het interview dat we met haar hadden, beschrijft

(kunstenaar en modeontwerper) hoe de notie van succes van groot belang is in de artistieke wereld: je moet beter zijn dan de ander. Ook vertelt ze over de specifieke benadering binnen het masterprogramma Practice Held in Common van ArtEZ, waarbij studenten geleerd wordt zich bewust te zijn van deze neoliberale denkbeelden en zich hier niet mee te vereenzelvigen. Zie het interview met in deze bundel.

Daarnaast gaat het ook in de andere interviews veelvuldig over de invloed van het neoliberalisme (met daaraan gerelateerd de focus op productie, competitie en individualisme) op het kunstenveld en de kunsteducatie; zie bijvoorbeeld de interviews met , , , en . Ik verwijs in het bijzonder naar de interviews met en , die, elk op hun eigen manier, actief aan het werk zijn om deze denkbeelden tegen te gaan door een collectieve, kritisch bevragende manier van werken in de kunsteducatieve settingen waarin ze betrokken zijn.

In het licht van de complexe diversiteit van de wereld en van de studenten getuigt het bovendien van een beperkte zienswijze op hun vorming en op wat kunst en kunsteducatie in de hedendaagse context kunnen zijn.

Hoe zou de kunsthogeschool eruitzien als we de grenzen waar we tegenaan lopen even loslaten (Garcés), het als onze ethische plicht zien om onrealistisch te zijn (Butler) en met elkaar radicaal dromen over een andere mogelijkheid? Beter nog, een mogelijkheid die andere mogelijkheden omvat, een wereld waarin vele werelden passen (Escobar): een Pluriversity of the Arts.
*

Momenteel werk ik aan het onderzoeksproject (Towards) A Pluriversity of the Arts, dat uitgevoerd wordt aan de HKU. In dit project ligt de focus op het procesmatig dekoloniseren en het verkennen van meerstemmig (samen)werken en (samen) leren in kunsteducatie. Een collectief van studenten en docenten vormt hiertoe een prikkelende, activerende, artistieke guerrillabeweging die artistieke interventies en strategieën ontwikkelt en uitvoert om dit met elkaar te onderzoeken, uit te bouwen en te implementeren in de opleidingen van HKU School of Fine Art en daarbuiten.

Een wereld waarin de kwaliteiten van kunst en kunsteducatie centraal staan. Waarin gewerkt wordt vanuit het delen van realiteiten en meerstemmigheid.

Welke werelden, welke realiteiten en welke relaties zouden we (h)erkennen? Welke nieuwe gedachten, nieuwe (ver)beeld(ing)en zouden ontstaan? Welke andere manieren van denken, van (samen)leren, van (samen)werken zouden zich vormen? Wat voor soort werk zouden we maken? Welke ruimte(s) en artistieke praktijken zouden zich ontwikkelen?
 
*

Het dominante perspectief kan enkel doorbroken worden door het verwelkomen van een diversiteit aan mensen, inhouden én manieren van werken. Hier is werk voor nodig. En tijd, om los te breken van de waan van de dag, waarin we rennen, hollen, vliegen. De grenzen van de tijd maken verbeelding onmogelijk en stellen ons enkel in staat om quick fixes aan te brengen.

We hebben het nodig om te vertragen, zodat we kunnen versnellen. De kans is namelijk groot dat het verdere ‘vlugge repareren’ enkel tot vertraging leidt.
*

A. Ardon, Traag versnellen. Reflectief en krachtig veranderen in het NU, Amsterdam: Boom, 2020.

Tijd en ruimte zijn nodig om samen na te denken en te leren over werkelijk nieuwe structuren, over kunsteducatie die toegankelijk is voor iedereen. Waar leren en ontleren hand in hand gaan.
*

Zie voor meer informatie over leren/ontleren in een kunsteducatieve setting het interview met

en het interview met in deze bundel.

Waar zorg, empathie en commitment geen gelukkige bijkomstigheden zijn, maar de basis vormen.
*

Zie voor een concrete invulling van waarden als zorg, empathie en betrokkenheid in kunsteducatie onder meer de interviews met

, , , , , , en .

Waar het instituut, zoals het in het interview met haar zegt, niet koud en klinisch is, maar een plek kan zijn voor iedereen, een plek waar de studie rijker en de ervaring kleurrijker wordt.

Op deze manier kunnen we niet alleen een afspiegeling worden van een sterk diversifiërende wereld en werkveld, maar kunnen kunsthogescholen bijdragen aan andere visies. Zo volgen we niet alleen de actuele ontwikkelingen, maar kunnen we deze ook initiëren en de aanjager van verandering worden. Dan bevinden we ons niet op een min of meer toevallige wijze, ingegeven door de omstandigheden, in het centrum van de rebellie, maar belichamen en expliciteren we deze positie. Kunst kan dan, zoals stelt, fungeren als wegbereider, waarbij er een herijking plaatsvindt van wat het is om te leven, of om samen te leven.

*

Als de vrijblijvendheid van het dromen gehaald wordt, zijn botsingen met grenzen bijna een vanzelfsprekendheid.

When you challenge how spaces are occupied, you learn how spaces are occupied.
*

S. Ahmed, Complaint!, Durham, NC: Duke University Press, 2021, p. 137.



In de initiatieven die de laatste jaren het daglicht hebben gezien, werd veelal gekozen voor een plek in de schaduw.
*

en expliciteren de kracht van kleinere projecten. Krier heeft het over satellieten, waarbij in de luwte meer ontwikkeld kan worden, Barton spreekt over een spiraalmodel voor maatschappelijke verandering. Zowel Barton als Krier gaan uit van de mogelijke invloed hiervan op grotere schaal.

Voor kleinschaligheid. Zelforganisatie.
*

Zie Thorne, School, 2017, voor een overzicht van inspirerende, self-organized initiatieven. Daarnaast verwijs ik graag naar het interview met

, waarin ze voor haar denken over onderwijs en leren ingaat op het belang van para-institutionele, zelf-georganiseerde projecten en interessante voorbeelden deelt.

Tijdelijkheid. Voor het experiment. Even weg van de soms te sterke grenzen, de strakke kaders en het efficiëntiedenken, om een vrijplaats, een scholè, te creëren. Om te experimenteren met andere manieren van (samen)werken, (samen) leren, (samen)zijn. En zo wellicht invloed te hebben op de muren van het instituut,
*

schetst in het interview hoe para-institutionele activiteiten invloed kunnen hebben op het instituut: ‘these initiatives and activities have tried (…) to carve out a space for experiments in imagining otherwise (borrowing from Lola Olufemi) to take the academy to task and make it a more responsible, collectively accountable learning environment by continuously challenging the status quo’. Zie ook L. Olufemi, Experiments in Imagining Otherwise, Londen: Hajar Press, 2021.

zoals ook het Kunci Forum Study & Collective met de KUNCI School of Improper Education beoogt:

Let’s think and dream about what we can do together
outside the walls of the classroom. Maybe then, we can break
those walls from the outside?
*

KUNCI Study Forum & Collective, Letters, 2020, p. 4.



Experimenteren houdt in dat we de uitkomst niet weten. Dat we (figuurlijk, of wie weet misschien wel letterlijk) met onze voeten in de klei staan en iets anders doen, iets waar we geen ervaring mee hebben. Dat houdt in dat we ons oncomfortabel zullen voelen. Het is geen bekend terrein; er zijn geen automatismen meer.

Dat het niet altijd duidelijk is welk concreet effect dit uiteindelijk zal bewerkstelligen, wordt door het duo Bik van der Pol in het kader van de tijdelijke master aan het Sandberg Instituut, School of Missing Studies, als volgt beschreven:

In applying Althusser’s thoughts on space that is not a given, not pre-scripted, but one that emerges from practice, from use, that is messy and possibly even violent (to shape the future we need to experience the awkwardness of uncertainty), then such a space may have to resist efficiency, functionality, and productivity, because the outcome or product is (and needs to be allowed to be) unsure. When that happens, and a complex process is set in motion that involves unseen correspondences between things and actions, change may hold.
*

Bik van der Pol, ‘Do You See the Signal?’, 2017, p. 26.



*

Terugkijkend op de gesprekken die we in deze reeks hebben gevoerd, merk ik dat elk gesprek bijdraagt aan de mogelijkheid om verder te dromen, én verder concreet te worden. Ik heb daarom een aantal citaten geselecteerd en gegroepeerd rond specifieke thema’s: waarden, (ont)leren, relatie, evaluatie, sociale ruimte, collectiviteit, autoriteit, maatschappelijke impact en fysieke ruimte, waarbij niet alleen dromen, verbeeldingen en (gedachte-)experimenten aan bod komen, maar ook de grenzen van de huidige situatie. Er is hierbij expliciet gekozen om de verschillende stemmen zelf te laten spreken. Zodat je niet alleen de woorden van deze radicale dromers kunt lezen, maar ze ‒ bij wijze van spreken ‒ ook kunt horen, kunt proeven en ruiken, en je zelf de relaties tussen deze verschillende werelden of realiteiten kunt laten ontstaan.

En je zo met ons mee kunt dromen over andere mogelijkheden.

*

Welke kleinste stap kan
jij
vandaag
zetten
in de richting van deze droom?
*

In de workshops die in 2021-2022 over dit thema aan de ArtEZ, HKU en Willem de Kooning Academie werden georganiseerd, werd het radicaal dromen ingebed in mediteren en makend onderzoeken. Dit was een van de vragen en hij is geïnspireerd op ‘de kleinste stap’-oefening in ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Deze oefening helpt om het leven naar je waarden concreet te maken. Zie voor meer informatie over ACT: Russ Harris, The Happiness Trap. How to Stop Struggling and Start Living. A Guide to ACT, tweede druk, Durban, Zuid-Afrika: Trumpeter, 2008; S. Hayes en S. Smith, Uit je hoofd, in het leven. Een werkboek voor een waardevol leven met mindfulness en Acceptatie en Commitment Therapie, Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds, 2006. Zie voor meer informatie over de workshops bijvoorbeeld
Pluriversity of the Arts
en
Pluriversity of the Arts werksessie.