We hebben ook dit keer weer studenten, alumni en docenten van ArtEZ verzameld wiens werk raakt aan de thematiek van ons festival. Zij bloggen in aanloop naar het festival Lost in Transition.
We hebben ook dit keer weer studenten, alumni en docenten van ArtEZ verzameld wiens werk raakt aan de thematiek van ons festival. Zij bloggen in aanloop naar het festival Lost in Transition. De laatste (maar niet de minste!) bijdrage is van Julius Thissen, alumnus ArtEZ Fine Art.
Het is 8:03. Ik sta in de hal van een mbo-school bij mijn huis om de hoek. Ik wacht in de hal waar de gifgroene en oranje panelen op de bruine bakstenen mij een melancholisch gevoel geven. Met een vriendelijke lach en een telefoon geklemd tussen haar linkeroor en schouder vertelt conciërge Yolanda mij waar de koffieautomaat te vinden is.
Het is 8:20. Jonge vrouwen van tussen de 18 en 22 staan in een kring click-sigaretten te roken op het plein. Op het uiteinde vormt zich een kring lipgloss die vervolgens op de lippen weer zorgvuldig bijgewerkt wordt. Studeren doen ze hier wel, vooral elkaar.
Het is 8:25. Ik word gewezen naar mijn lokaal, waar de lerares mij waarschuwt. “Dit is een gevaarlijke klas.” Ze heeft het over de leerlingen. Uit voorzorg verstop ik de scharen, mijn stiften leg ik klaar. Ik heb mij voorgenomen dat ik op dit soort dagen sneakers, spijkerbroek en een zwart T-shirt met opdruk draag. De bel klinkt. De leerkracht vraagt haar studentes de telefoons weg te stoppen. “Ook jij, Michelle!” “Get over it,” fluistert Michelle ondeugend en ze giechelt met haar buurvrouw. Langzaamaan wordt het rustig. Ik word vragend aangekeken door 27 uiterlijk identieke, gevaarlijke jongvolwassen vrouwen.
Ooit droeg ik mijn haren tot op mijn heupen en mijn wimpers tot aan mijn wenkbrauwen, mijn spijkerbroeken skinny, mijn T-shirts getailleerd.
De lerares stapt zenuwachtig naar voren en stelt mij en mijn collega die vandaag meekijkt, voor. “Julius gaat jullie vandaag voorlichting geven over homoseksualiteit en identiteit.” Ik kijk rond om de reacties te peilen. Niks.
Terug naar mijn 27 uiterlijk identieke gevaarlijke jongvolwassen studentes.
Na de introductie begin ik 4 letters op het bord te schrijven. “L – H – B – T” . Ik vraag of iemand weet waar de L voor staat. Verveeld, zonder een vinger op te steken, met haar hoofd in haar hand beantwoordt een meisje meteen mijn vraag, en de volgende drie voor de hand liggende vragen: “Lesbisch, homo, biseksueel en transgender.” Achterlijk zijn ze hier niet.
Ooit schoor ik mijn benen en oksels dagelijks en ving ik maandelijks mijn bloed op in een geparfumeerd verbandje met bloemmotief.
Het is 8:45. Na het raster op het bord strak te hebben stel ik mijn eerste vraag: “Deze termen zijn allemaal duidelijk maar eigenlijk ontbreekt er nog een term als we het over seksualiteit hebben, wie vult mij aan?” Drie stemmen klinken in koor “Hetero!” Wederom heel goed. Achter mij hoor ik een high five. Ik steek van wal. “Wie denkt er dat ik lesbisch ben?” 17 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik homo ben?” 0 vingers. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik biseksueel ben?” 7 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik transgender ben?” 21 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “En tot slot, wie denkt er dat ik hetero ben?” 1 vinger verschijnt en haar klasgenoot reageert verbouwereerd, “Dat kan toch helemaal niet!” roept Michelle. Ik noteer. Mondig zijn ze hier. Gevaarlijk echter niet. De juf heeft gejokt.
“Heeft u kinderen?” vraagt een van de leerlingen aan mijn collega. “Nee, en jij?” antwoordt ze lachend. “Ja, twee,” antwoordt de studente scherp. Stilte. Dit had mijn partner niet aan zien komen, ik net zo min. De studente is naar schatting 17. Ontwapenend, zo zou ik het noemen. Ik keek het meisje aan en ik voelde respect voor haar. Ik keek rond en zag meerdere vurige blikken onze kant op gericht. Ze was niet de enige. Ze namen hun verantwoordelijkheid door hier te zijn. Je ziet niet alles vanaf de buitenkant.
Het is 8:55. Op het bord zien we een ingevuld raster met de speculaties van mijn 27 ongevaarlijke jongvolwassenen strijders. Ik licht mijn ‘hokjes’ toe. “21 van jullie denken dat ik transgender ben. Dit klopt. Ik ben geboren als vrouw en word man. 1 van jullie dacht dat ik hetero ben. Ook dit klopt want ik val op vrouwen.” Ik omcirkel de cijfers in mijn vakjes. Dat er maar geen misverstanden mogen ontstaan. Mijn vakjes. Mijn hokjes. Mijn territoria. Mijn termen. Mijn omschrijving. Nee. Maar voor het gemak houden we het vandaag hier bij. Het moet leuk en overzichtelijk blijven.
Ik vervolg mijn les. “We hebben het een beetje gehad over seksualiteit en genderidentiteit. Ik hoef jullie geloof ik niks meer te leren.” De klas stemt zelfverzekerd in. “Nu ben ik benieuwd of jullie ook de betekenis van het volgende woord kennen.” De klas schuift iets naar voren op de stoel, vingers in de aanslag. Het woord ‘cisgender’ verschijnt op het bord. De competitieve grijnzen maken plaats voor een collectieve open mond. “Niemand?” Er wordt nee geknikt. “Ok. Cisgender is een term die we gebruiken om mensen mee aan te duiden wiens genderidentiteit overeenkomt met hun biologische geslacht. Dus bijvoorbeeld: iemand die als vrouw geboren is en zich ook prettig voelt om vrouw te zijn et cetera.” Stilte. “Is dit duidelijk?” Rustig wordt er geknikt. “Dus, vingers, wie is er denkt ‘ie cisgender?” De studentes kijken elkaar geschrokken aan en langzaamaan verschijnen er 27 twijfelende vingers in het lokaal. Ik noteer.
Hoewel het misschien confronterend was, mocht het duidelijk zijn dat na deze ontdekking de afstand tussen mij en de klas verdween. Niet langer was ik de exoot, niet langer de enige die te maken had met een etiket omtrent zijn identiteit. Niet langer stond ik kwetsbaar op het podium en de klas onaantastbaar in het publiek. We hadden allemaal even mogen ervaren hoe het is om een hokje te zijn.
Het is 9:25 en de bel klinkt, de studentes kijken vriendelijk mijn kant op, eentje steekt haar vinger in de lucht. Ik knik. “Ik wil u even bedanken, meneer. Echt cool wat u doet, ik heb veel geleerd, ook over mijzelf.” Ik lach en bedank op mijn beurt de klas voor hun aandacht. Vrolijk verlaten de studentes het lokaal. De jokkende juf staat verbijsterd aan mijn zijde.
Sommige meisjes zijn al jong moeder en sommige mannen worden nog wel eens ongesteld, get over it.
De illustratie is gemaakt door Lot Veelenturf.
Tijdens Lost in Transition is Julius te gast in het lezingenprogramma en toont een fragment uit zijn film GRIDIRON.
studiojuliusthissen.com
Het is 8:03. Ik sta in de hal van een mbo-school bij mijn huis om de hoek. Ik wacht in de hal waar de gifgroene en oranje panelen op de bruine bakstenen mij een melancholisch gevoel geven. Met een vriendelijke lach en een telefoon geklemd tussen haar linkeroor en schouder vertelt conciërge Yolanda mij waar de koffieautomaat te vinden is.
Het is 8:20. Jonge vrouwen van tussen de 18 en 22 staan in een kring click-sigaretten te roken op het plein. Op het uiteinde vormt zich een kring lipgloss die vervolgens op de lippen weer zorgvuldig bijgewerkt wordt. Studeren doen ze hier wel, vooral elkaar.
Het is 8:25. Ik word gewezen naar mijn lokaal, waar de lerares mij waarschuwt. “Dit is een gevaarlijke klas.” Ze heeft het over de leerlingen. Uit voorzorg verstop ik de scharen, mijn stiften leg ik klaar. Ik heb mij voorgenomen dat ik op dit soort dagen sneakers, spijkerbroek en een zwart T-shirt met opdruk draag. De bel klinkt. De leerkracht vraagt haar studentes de telefoons weg te stoppen. “Ook jij, Michelle!” “Get over it,” fluistert Michelle ondeugend en ze giechelt met haar buurvrouw. Langzaamaan wordt het rustig. Ik word vragend aangekeken door 27 uiterlijk identieke, gevaarlijke jongvolwassen vrouwen.
Ooit droeg ik mijn haren tot op mijn heupen en mijn wimpers tot aan mijn wenkbrauwen, mijn spijkerbroeken skinny, mijn T-shirts getailleerd.
De lerares stapt zenuwachtig naar voren en stelt mij en mijn collega die vandaag meekijkt, voor. “Julius gaat jullie vandaag voorlichting geven over homoseksualiteit en identiteit.” Ik kijk rond om de reacties te peilen. Niks.
Terug naar mijn 27 uiterlijk identieke gevaarlijke jongvolwassen studentes.
Na de introductie begin ik 4 letters op het bord te schrijven. “L – H – B – T” . Ik vraag of iemand weet waar de L voor staat. Verveeld, zonder een vinger op te steken, met haar hoofd in haar hand beantwoordt een meisje meteen mijn vraag, en de volgende drie voor de hand liggende vragen: “Lesbisch, homo, biseksueel en transgender.” Achterlijk zijn ze hier niet.
Ooit schoor ik mijn benen en oksels dagelijks en ving ik maandelijks mijn bloed op in een geparfumeerd verbandje met bloemmotief.
Het is 8:45. Na het raster op het bord strak te hebben stel ik mijn eerste vraag: “Deze termen zijn allemaal duidelijk maar eigenlijk ontbreekt er nog een term als we het over seksualiteit hebben, wie vult mij aan?” Drie stemmen klinken in koor “Hetero!” Wederom heel goed. Achter mij hoor ik een high five. Ik steek van wal. “Wie denkt er dat ik lesbisch ben?” 17 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik homo ben?” 0 vingers. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik biseksueel ben?” 7 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “Wie denkt er dat ik transgender ben?” 21 vingers gaan de lucht in. Ik noteer. “En tot slot, wie denkt er dat ik hetero ben?” 1 vinger verschijnt en haar klasgenoot reageert verbouwereerd, “Dat kan toch helemaal niet!” roept Michelle. Ik noteer. Mondig zijn ze hier. Gevaarlijk echter niet. De juf heeft gejokt.
“Heeft u kinderen?” vraagt een van de leerlingen aan mijn collega. “Nee, en jij?” antwoordt ze lachend. “Ja, twee,” antwoordt de studente scherp. Stilte. Dit had mijn partner niet aan zien komen, ik net zo min. De studente is naar schatting 17. Ontwapenend, zo zou ik het noemen. Ik keek het meisje aan en ik voelde respect voor haar. Ik keek rond en zag meerdere vurige blikken onze kant op gericht. Ze was niet de enige. Ze namen hun verantwoordelijkheid door hier te zijn. Je ziet niet alles vanaf de buitenkant.
Het is 8:55. Op het bord zien we een ingevuld raster met de speculaties van mijn 27 ongevaarlijke jongvolwassenen strijders. Ik licht mijn ‘hokjes’ toe. “21 van jullie denken dat ik transgender ben. Dit klopt. Ik ben geboren als vrouw en word man. 1 van jullie dacht dat ik hetero ben. Ook dit klopt want ik val op vrouwen.” Ik omcirkel de cijfers in mijn vakjes. Dat er maar geen misverstanden mogen ontstaan. Mijn vakjes. Mijn hokjes. Mijn territoria. Mijn termen. Mijn omschrijving. Nee. Maar voor het gemak houden we het vandaag hier bij. Het moet leuk en overzichtelijk blijven.
Ik vervolg mijn les. “We hebben het een beetje gehad over seksualiteit en genderidentiteit. Ik hoef jullie geloof ik niks meer te leren.” De klas stemt zelfverzekerd in. “Nu ben ik benieuwd of jullie ook de betekenis van het volgende woord kennen.” De klas schuift iets naar voren op de stoel, vingers in de aanslag. Het woord ‘cisgender’ verschijnt op het bord. De competitieve grijnzen maken plaats voor een collectieve open mond. “Niemand?” Er wordt nee geknikt. “Ok. Cisgender is een term die we gebruiken om mensen mee aan te duiden wiens genderidentiteit overeenkomt met hun biologische geslacht. Dus bijvoorbeeld: iemand die als vrouw geboren is en zich ook prettig voelt om vrouw te zijn et cetera.” Stilte. “Is dit duidelijk?” Rustig wordt er geknikt. “Dus, vingers, wie is er denkt ‘ie cisgender?” De studentes kijken elkaar geschrokken aan en langzaamaan verschijnen er 27 twijfelende vingers in het lokaal. Ik noteer.
Hoewel het misschien confronterend was, mocht het duidelijk zijn dat na deze ontdekking de afstand tussen mij en de klas verdween. Niet langer was ik de exoot, niet langer de enige die te maken had met een etiket omtrent zijn identiteit. Niet langer stond ik kwetsbaar op het podium en de klas onaantastbaar in het publiek. We hadden allemaal even mogen ervaren hoe het is om een hokje te zijn.
Het is 9:25 en de bel klinkt, de studentes kijken vriendelijk mijn kant op, eentje steekt haar vinger in de lucht. Ik knik. “Ik wil u even bedanken, meneer. Echt cool wat u doet, ik heb veel geleerd, ook over mijzelf.” Ik lach en bedank op mijn beurt de klas voor hun aandacht. Vrolijk verlaten de studentes het lokaal. De jokkende juf staat verbijsterd aan mijn zijde.
Sommige meisjes zijn al jong moeder en sommige mannen worden nog wel eens ongesteld, get over it.
De illustratie is gemaakt door Lot Veelenturf.
Tijdens Lost in Transition is Julius te gast in het lezingenprogramma en toont een fragment uit zijn film GRIDIRON.
studiojuliusthissen.com
events:
related content
people – 15 mrt. 2018