Hoe kun je in de huidige maatschappij een goed feminist zijn?
Interview met afstudeerder Sannah Aukes
interview by Catelijne de Muijnck – 05 jul. 2019topic: Feminism
ArtEZ Studium Generale bezocht de eindvoorstelling CLUB#FEMME van Muziektheater student Sannah Aukes (26). Tijdens dit laatste jaar van haar studie bezocht Aukes regelmatig de feministische leesgroep van studium generale. In de voorstelling herkennen we thema’s en citaten uit de teksten die we lazen. Veel beeldende en stijlelementen verwijzen naar feministische iconen als Madonna en Beyoncé. Het hele spectrum aan feministische invalshoeken en benaderingen komt voorbij; van hulde aan vrouwelijke kracht, autonomie en vrijmoedigheid, tot woede over systematische onderdrukking door de man, uitmondend in anarchistisch geweld à la Pussy Riot.
Kun je wat vertellen over je voorstelling en de verschillende elementen daarin?
CLUB#FEMME is een museale en muzikale performance over het feminisme anno nu waarin ik onderzoek hoe ik me tot het feminisme verhoudt. Centraal stond voor mij de vraag: ‘Hoe kun je in de huidige maatschappij een goed feminist zijn? Ik ben begonnen met het voeren van gesprekken met een aantal vrouwen die tot de tweede generatie feministen horen. Ik wilde vooral onderzoeken hoe ik vat kon krijgen op het onderwerp. Hoe sta ik hier zelf in? Wat wil ik ermee? Je kunt iets maken wat aansluit bij wat mensen er al van weten, maar dat wilde ik niet. Deze vrouwen hebben echt ergens voor gestreden. Ik wilde weten hoe zij ons zien. Wat hebben zij toen gedaan en hebben ze tips en trics voor ons. Niet alleen als maker, maar ook als mens waren die gesprekken super inspirerend. Want ik wil ergens tegen aan schoppen, ergens voor strijden, maar waarvoor? Zij spoorden mij aan om iets groots doen. En in theater kun je daar ver in gaan. Na die interviews ben ik teksten gaan schrijven. Ik stuurde fragmenten naar Lea Walter, student van ArtEZ Conservatorium, ter inspiratie, zij maakte daar wat mee, zo ging dat heen en weer, en zo ontstonden refreinen en coupletten, nummers en lijnen. Het extreme waarmee de voorstelling eindigt heeft het nodig om weer terug te komen waar ik begonnen ben. De onzekerheid… Ik heb een stem maar hoe ga ik die gebruiken…?
Je doorbreekt ook de traditionele kaders van een voorstelling.
De voorstelling is gemaakt als een soort expositie en het publiek loopt tussen de performers. Het lijkt ook op een club maar dan met weinig mensen. Ik vind het spannend om te spelen met publieksopstellingen. Ik wil niet dat mensen veilig in hun stoelen kunnen wegzakken. De kunstwerken zijn van Len Berns, die mocht ik gebruiken.
Je voorstelling ontaardt in een geweldsexplosie met een speelgoed geweer. Wat is de betekenis van het geweld?
Ik voel strijdlust en twijfels. Dat is heel tegenstrijdig. Het einde is een emotionele lading, maar het is natuurlijk ook een commentaar. Op mannelijke macht. Dat ik eerder de zweep hanteer heeft er mee te maken dat ik las dat de leden van Pussy Riot keihard met een zweep in elkaar werden geslagen door de politie. Dat wilde ik omdraaien. Zo ook met het geweer.
Wat zijn de reacties op de werk?
Daar heb ik er nog niet zo veel van gehoord. Veel mensen die geholpen hebben, vonden het einde vet. Doodeng maar wel vet.
Was je niet bang dat mensen door de felheid van de toon en het geweld zouden afhaken?
Daar heb ik wel over nagedacht. Of het bij mensen in het verkeerde keelgat zou schieten. Het is niet zo dat ik geweld propageer. Ik wilde juist uitzoeken hoe mensen daarop zouden reageren. Ik wilde niet op safe spelen. Geweld is een personage in de voorstelling, een vertaling van mijn emoties. Het idee van social justice warriors heb ik uitvergroot. Je kunt doorslaan in het ‘heel goed willen doen’. Uiteindelijk overheerst de twijfel. Ik weet het uiteindelijk ook niet.
Kun je wat vertellen over de voorbereidende gesprekken met de tweede generatie feministen? Ik herkende in ieder geval de stemmen van oud directeur van Museum Arnhem Liesbeth Brandt Corstius en curator van het zelfde museum Mirjam Westen.
Ik wilde met vrouwen van een andere generatie in gesprek gaan, om te kijken hoe zij tegen het huidige feminisme, hun eigen vrouw zijn, en het verschil tussen deze generaties aankijken. Ik ben er heel open in gegaan. Ik had geen last van de clichés van mannenhaters enzo. Dat is namelijk niet waar. Ik vertelde dat ik me soms kon irriteren aan het huidige feminisme, dat ik het overdreven vond. Mijn twijfel vonden ze niet oké. Ik wilde van hen weten wat zij dachten dat de beste manier was om iets bij te dragen. Ze vonden dat ik vooral door moest gaan, het moest omarmen. Die verantwoordelijkheid hebben ze bij mij neergelegd.
Wat wil je bereiken met je voorstelling?
Voor mij is het een begin. Deze thematiek heeft me aangegrepen maar ik ga er verder mee.
Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in feminisme?
Door er veel over te lezen en bijvoorbeeld de podcast Damn Honey te luisteren. Engagement vond ik altijd al belangrijk en ik wil niet alleen iets moois maken. Hiervoor heb ik algemene sociale wetenschappen gestudeerd. Nu kan ik combineren wat ik allemaal geleerd heb. Ik zocht altijd naar iets waar ik van aan ga. Als er iets gebeurt dat er een klein vlammetje gaat branden. Voor mij was dat het feminisme.
Welke kunstenaars bewonder je? Wat inspireert je?
Voor deze voorstelling haalde ik inspiratie uit Pussy Riot en Beyoncé qua muziek, het werk van Melanie Bonajo en Prue Stent en qua theatermakers het gelegenheidsduo Permanent Destruction (Naomi Velissariou en Joost Maaskant).
Kun je wat vertellen over je voorstelling en de verschillende elementen daarin?
CLUB#FEMME is een museale en muzikale performance over het feminisme anno nu waarin ik onderzoek hoe ik me tot het feminisme verhoudt. Centraal stond voor mij de vraag: ‘Hoe kun je in de huidige maatschappij een goed feminist zijn? Ik ben begonnen met het voeren van gesprekken met een aantal vrouwen die tot de tweede generatie feministen horen. Ik wilde vooral onderzoeken hoe ik vat kon krijgen op het onderwerp. Hoe sta ik hier zelf in? Wat wil ik ermee? Je kunt iets maken wat aansluit bij wat mensen er al van weten, maar dat wilde ik niet. Deze vrouwen hebben echt ergens voor gestreden. Ik wilde weten hoe zij ons zien. Wat hebben zij toen gedaan en hebben ze tips en trics voor ons. Niet alleen als maker, maar ook als mens waren die gesprekken super inspirerend. Want ik wil ergens tegen aan schoppen, ergens voor strijden, maar waarvoor? Zij spoorden mij aan om iets groots doen. En in theater kun je daar ver in gaan. Na die interviews ben ik teksten gaan schrijven. Ik stuurde fragmenten naar Lea Walter, student van ArtEZ Conservatorium, ter inspiratie, zij maakte daar wat mee, zo ging dat heen en weer, en zo ontstonden refreinen en coupletten, nummers en lijnen. Het extreme waarmee de voorstelling eindigt heeft het nodig om weer terug te komen waar ik begonnen ben. De onzekerheid… Ik heb een stem maar hoe ga ik die gebruiken…?
Je doorbreekt ook de traditionele kaders van een voorstelling.
De voorstelling is gemaakt als een soort expositie en het publiek loopt tussen de performers. Het lijkt ook op een club maar dan met weinig mensen. Ik vind het spannend om te spelen met publieksopstellingen. Ik wil niet dat mensen veilig in hun stoelen kunnen wegzakken. De kunstwerken zijn van Len Berns, die mocht ik gebruiken.
Je voorstelling ontaardt in een geweldsexplosie met een speelgoed geweer. Wat is de betekenis van het geweld?
Ik voel strijdlust en twijfels. Dat is heel tegenstrijdig. Het einde is een emotionele lading, maar het is natuurlijk ook een commentaar. Op mannelijke macht. Dat ik eerder de zweep hanteer heeft er mee te maken dat ik las dat de leden van Pussy Riot keihard met een zweep in elkaar werden geslagen door de politie. Dat wilde ik omdraaien. Zo ook met het geweer.
Wat zijn de reacties op de werk?
Daar heb ik er nog niet zo veel van gehoord. Veel mensen die geholpen hebben, vonden het einde vet. Doodeng maar wel vet.
Was je niet bang dat mensen door de felheid van de toon en het geweld zouden afhaken?
Daar heb ik wel over nagedacht. Of het bij mensen in het verkeerde keelgat zou schieten. Het is niet zo dat ik geweld propageer. Ik wilde juist uitzoeken hoe mensen daarop zouden reageren. Ik wilde niet op safe spelen. Geweld is een personage in de voorstelling, een vertaling van mijn emoties. Het idee van social justice warriors heb ik uitvergroot. Je kunt doorslaan in het ‘heel goed willen doen’. Uiteindelijk overheerst de twijfel. Ik weet het uiteindelijk ook niet.
Kun je wat vertellen over de voorbereidende gesprekken met de tweede generatie feministen? Ik herkende in ieder geval de stemmen van oud directeur van Museum Arnhem Liesbeth Brandt Corstius en curator van het zelfde museum Mirjam Westen.
Ik wilde met vrouwen van een andere generatie in gesprek gaan, om te kijken hoe zij tegen het huidige feminisme, hun eigen vrouw zijn, en het verschil tussen deze generaties aankijken. Ik ben er heel open in gegaan. Ik had geen last van de clichés van mannenhaters enzo. Dat is namelijk niet waar. Ik vertelde dat ik me soms kon irriteren aan het huidige feminisme, dat ik het overdreven vond. Mijn twijfel vonden ze niet oké. Ik wilde van hen weten wat zij dachten dat de beste manier was om iets bij te dragen. Ze vonden dat ik vooral door moest gaan, het moest omarmen. Die verantwoordelijkheid hebben ze bij mij neergelegd.
Wat wil je bereiken met je voorstelling?
Voor mij is het een begin. Deze thematiek heeft me aangegrepen maar ik ga er verder mee.
Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in feminisme?
Door er veel over te lezen en bijvoorbeeld de podcast Damn Honey te luisteren. Engagement vond ik altijd al belangrijk en ik wil niet alleen iets moois maken. Hiervoor heb ik algemene sociale wetenschappen gestudeerd. Nu kan ik combineren wat ik allemaal geleerd heb. Ik zocht altijd naar iets waar ik van aan ga. Als er iets gebeurt dat er een klein vlammetje gaat branden. Voor mij was dat het feminisme.
Welke kunstenaars bewonder je? Wat inspireert je?
Voor deze voorstelling haalde ik inspiratie uit Pussy Riot en Beyoncé qua muziek, het werk van Melanie Bonajo en Prue Stent en qua theatermakers het gelegenheidsduo Permanent Destruction (Naomi Velissariou en Joost Maaskant).
ArtEZ Studium Generale bezocht de eindvoorstelling CLUB#FEMME van Muziektheater student Sannah Aukes (26). Tijdens dit laatste jaar van haar studie bezocht Aukes regelmatig de feministische leesgroep van studium generale. In de voorstelling herkennen we thema’s en citaten uit de teksten die we lazen. Veel beeldende en stijlelementen verwijzen naar feministische iconen als Madonna en Beyoncé. Het hele spectrum aan feministische invalshoeken en benaderingen komt voorbij; van hulde aan vrouwelijke kracht, autonomie en vrijmoedigheid, tot woede over systematische onderdrukking door de man, uitmondend in anarchistisch geweld à la Pussy Riot.
Kun je wat vertellen over je voorstelling en de verschillende elementen daarin?
CLUB#FEMME is een museale en muzikale performance over het feminisme anno nu waarin ik onderzoek hoe ik me tot het feminisme verhoudt. Centraal stond voor mij de vraag: ‘Hoe kun je in de huidige maatschappij een goed feminist zijn? Ik ben begonnen met het voeren van gesprekken met een aantal vrouwen die tot de tweede generatie feministen horen. Ik wilde vooral onderzoeken hoe ik vat kon krijgen op het onderwerp. Hoe sta ik hier zelf in? Wat wil ik ermee? Je kunt iets maken wat aansluit bij wat mensen er al van weten, maar dat wilde ik niet. Deze vrouwen hebben echt ergens voor gestreden. Ik wilde weten hoe zij ons zien. Wat hebben zij toen gedaan en hebben ze tips en trics voor ons. Niet alleen als maker, maar ook als mens waren die gesprekken super inspirerend. Want ik wil ergens tegen aan schoppen, ergens voor strijden, maar waarvoor? Zij spoorden mij aan om iets groots doen. En in theater kun je daar ver in gaan. Na die interviews ben ik teksten gaan schrijven. Ik stuurde fragmenten naar Lea Walter, student van ArtEZ Conservatorium, ter inspiratie, zij maakte daar wat mee, zo ging dat heen en weer, en zo ontstonden refreinen en coupletten, nummers en lijnen. Het extreme waarmee de voorstelling eindigt heeft het nodig om weer terug te komen waar ik begonnen ben. De onzekerheid… Ik heb een stem maar hoe ga ik die gebruiken…?
Je doorbreekt ook de traditionele kaders van een voorstelling.
De voorstelling is gemaakt als een soort expositie en het publiek loopt tussen de performers. Het lijkt ook op een club maar dan met weinig mensen. Ik vind het spannend om te spelen met publieksopstellingen. Ik wil niet dat mensen veilig in hun stoelen kunnen wegzakken. De kunstwerken zijn van Len Berns, die mocht ik gebruiken.
Je voorstelling ontaardt in een geweldsexplosie met een speelgoed geweer. Wat is de betekenis van het geweld?
Ik voel strijdlust en twijfels. Dat is heel tegenstrijdig. Het einde is een emotionele lading, maar het is natuurlijk ook een commentaar. Op mannelijke macht. Dat ik eerder de zweep hanteer heeft er mee te maken dat ik las dat de leden van Pussy Riot keihard met een zweep in elkaar werden geslagen door de politie. Dat wilde ik omdraaien. Zo ook met het geweer.
Wat zijn de reacties op de werk?
Daar heb ik er nog niet zo veel van gehoord. Veel mensen die geholpen hebben, vonden het einde vet. Doodeng maar wel vet.
Was je niet bang dat mensen door de felheid van de toon en het geweld zouden afhaken?
Daar heb ik wel over nagedacht. Of het bij mensen in het verkeerde keelgat zou schieten. Het is niet zo dat ik geweld propageer. Ik wilde juist uitzoeken hoe mensen daarop zouden reageren. Ik wilde niet op safe spelen. Geweld is een personage in de voorstelling, een vertaling van mijn emoties. Het idee van social justice warriors heb ik uitvergroot. Je kunt doorslaan in het ‘heel goed willen doen’. Uiteindelijk overheerst de twijfel. Ik weet het uiteindelijk ook niet.
Kun je wat vertellen over de voorbereidende gesprekken met de tweede generatie feministen? Ik herkende in ieder geval de stemmen van oud directeur van Museum Arnhem Liesbeth Brandt Corstius en curator van het zelfde museum Mirjam Westen.
Ik wilde met vrouwen van een andere generatie in gesprek gaan, om te kijken hoe zij tegen het huidige feminisme, hun eigen vrouw zijn, en het verschil tussen deze generaties aankijken. Ik ben er heel open in gegaan. Ik had geen last van de clichés van mannenhaters enzo. Dat is namelijk niet waar. Ik vertelde dat ik me soms kon irriteren aan het huidige feminisme, dat ik het overdreven vond. Mijn twijfel vonden ze niet oké. Ik wilde van hen weten wat zij dachten dat de beste manier was om iets bij te dragen. Ze vonden dat ik vooral door moest gaan, het moest omarmen. Die verantwoordelijkheid hebben ze bij mij neergelegd.
Wat wil je bereiken met je voorstelling?
Voor mij is het een begin. Deze thematiek heeft me aangegrepen maar ik ga er verder mee.
Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in feminisme?
Door er veel over te lezen en bijvoorbeeld de podcast Damn Honey te luisteren. Engagement vond ik altijd al belangrijk en ik wil niet alleen iets moois maken. Hiervoor heb ik algemene sociale wetenschappen gestudeerd. Nu kan ik combineren wat ik allemaal geleerd heb. Ik zocht altijd naar iets waar ik van aan ga. Als er iets gebeurt dat er een klein vlammetje gaat branden. Voor mij was dat het feminisme.
Welke kunstenaars bewonder je? Wat inspireert je?
Voor deze voorstelling haalde ik inspiratie uit Pussy Riot en Beyoncé qua muziek, het werk van Melanie Bonajo en Prue Stent en qua theatermakers het gelegenheidsduo Permanent Destruction (Naomi Velissariou en Joost Maaskant).
CLUB#FEMME is een museale en muzikale performance over het feminisme anno nu waarin ik onderzoek hoe ik me tot het feminisme verhoudt. Centraal stond voor mij de vraag: ‘Hoe kun je in de huidige maatschappij een goed feminist zijn? Ik ben begonnen met het voeren van gesprekken met een aantal vrouwen die tot de tweede generatie feministen horen. Ik wilde vooral onderzoeken hoe ik vat kon krijgen op het onderwerp. Hoe sta ik hier zelf in? Wat wil ik ermee? Je kunt iets maken wat aansluit bij wat mensen er al van weten, maar dat wilde ik niet. Deze vrouwen hebben echt ergens voor gestreden. Ik wilde weten hoe zij ons zien. Wat hebben zij toen gedaan en hebben ze tips en trics voor ons. Niet alleen als maker, maar ook als mens waren die gesprekken super inspirerend. Want ik wil ergens tegen aan schoppen, ergens voor strijden, maar waarvoor? Zij spoorden mij aan om iets groots doen. En in theater kun je daar ver in gaan. Na die interviews ben ik teksten gaan schrijven. Ik stuurde fragmenten naar Lea Walter, student van ArtEZ Conservatorium, ter inspiratie, zij maakte daar wat mee, zo ging dat heen en weer, en zo ontstonden refreinen en coupletten, nummers en lijnen. Het extreme waarmee de voorstelling eindigt heeft het nodig om weer terug te komen waar ik begonnen ben. De onzekerheid… Ik heb een stem maar hoe ga ik die gebruiken…?
Je doorbreekt ook de traditionele kaders van een voorstelling.
De voorstelling is gemaakt als een soort expositie en het publiek loopt tussen de performers. Het lijkt ook op een club maar dan met weinig mensen. Ik vind het spannend om te spelen met publieksopstellingen. Ik wil niet dat mensen veilig in hun stoelen kunnen wegzakken. De kunstwerken zijn van Len Berns, die mocht ik gebruiken.
Je voorstelling ontaardt in een geweldsexplosie met een speelgoed geweer. Wat is de betekenis van het geweld?
Ik voel strijdlust en twijfels. Dat is heel tegenstrijdig. Het einde is een emotionele lading, maar het is natuurlijk ook een commentaar. Op mannelijke macht. Dat ik eerder de zweep hanteer heeft er mee te maken dat ik las dat de leden van Pussy Riot keihard met een zweep in elkaar werden geslagen door de politie. Dat wilde ik omdraaien. Zo ook met het geweer.
Wat zijn de reacties op de werk?
Daar heb ik er nog niet zo veel van gehoord. Veel mensen die geholpen hebben, vonden het einde vet. Doodeng maar wel vet.
Was je niet bang dat mensen door de felheid van de toon en het geweld zouden afhaken?
Daar heb ik wel over nagedacht. Of het bij mensen in het verkeerde keelgat zou schieten. Het is niet zo dat ik geweld propageer. Ik wilde juist uitzoeken hoe mensen daarop zouden reageren. Ik wilde niet op safe spelen. Geweld is een personage in de voorstelling, een vertaling van mijn emoties. Het idee van social justice warriors heb ik uitvergroot. Je kunt doorslaan in het ‘heel goed willen doen’. Uiteindelijk overheerst de twijfel. Ik weet het uiteindelijk ook niet.
Kun je wat vertellen over de voorbereidende gesprekken met de tweede generatie feministen? Ik herkende in ieder geval de stemmen van oud directeur van Museum Arnhem Liesbeth Brandt Corstius en curator van het zelfde museum Mirjam Westen.
Ik wilde met vrouwen van een andere generatie in gesprek gaan, om te kijken hoe zij tegen het huidige feminisme, hun eigen vrouw zijn, en het verschil tussen deze generaties aankijken. Ik ben er heel open in gegaan. Ik had geen last van de clichés van mannenhaters enzo. Dat is namelijk niet waar. Ik vertelde dat ik me soms kon irriteren aan het huidige feminisme, dat ik het overdreven vond. Mijn twijfel vonden ze niet oké. Ik wilde van hen weten wat zij dachten dat de beste manier was om iets bij te dragen. Ze vonden dat ik vooral door moest gaan, het moest omarmen. Die verantwoordelijkheid hebben ze bij mij neergelegd.
Wat wil je bereiken met je voorstelling?
Voor mij is het een begin. Deze thematiek heeft me aangegrepen maar ik ga er verder mee.
Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in feminisme?
Door er veel over te lezen en bijvoorbeeld de podcast Damn Honey te luisteren. Engagement vond ik altijd al belangrijk en ik wil niet alleen iets moois maken. Hiervoor heb ik algemene sociale wetenschappen gestudeerd. Nu kan ik combineren wat ik allemaal geleerd heb. Ik zocht altijd naar iets waar ik van aan ga. Als er iets gebeurt dat er een klein vlammetje gaat branden. Voor mij was dat het feminisme.
Welke kunstenaars bewonder je? Wat inspireert je?
Voor deze voorstelling haalde ik inspiratie uit Pussy Riot en Beyoncé qua muziek, het werk van Melanie Bonajo en Prue Stent en qua theatermakers het gelegenheidsduo Permanent Destruction (Naomi Velissariou en Joost Maaskant).
related content
people – 05 jul. 2019