
Een tijdcapsule van onzichtbare dagen – Charlotte Gillain in Theater aan de Rijn
Verslag van Arnhems Stadsatelier
blog by Lieneke Hulshof – 18 feb. 2025topic: Research in and through the arts
In 2024 kregen vijf kunstenaars de ruimte om in Arnhem artistiek onderzoek te doen onder de projectnaam: Arnhems Stadsatelier. Dit Stadsatelier is een samenwerking tussen de vier Arnhemse cultuurorganisaties: Theater a/d Rijn, Plaatsmaken, ArtEZ en The Hub.
Charlotte Gillain was een van deze vijf residenten en werkte bij Theater aan de Rijn met de vraag hoe het kan dat herinneringen zich aan ons binden. Lieneke Hulshof, kunstjournalist en curator, schreef over het proces van Charlotte Gillain. Plaatsmaken maakte een korte video die je onderaan deze pagina kunt bekijken.
Charlotte Gillain was een van deze vijf residenten en werkte bij Theater aan de Rijn met de vraag hoe het kan dat herinneringen zich aan ons binden. Lieneke Hulshof, kunstjournalist en curator, schreef over het proces van Charlotte Gillain. Plaatsmaken maakte een korte video die je onderaan deze pagina kunt bekijken.
Een tijdcapsule van onzichtbare dagen
door Lieneke HulshofHet is de winter van 1972 en Annie Ernaux opent de deur. Binnen wordt ze opgewacht door haar echtgenoot die haar vastlegt op camera. Haar zoontjes komen ook binnen, Annie heeft een doosje boodschappen in haar handen en hangt haar jas op. Haar beide kinderen met winterse muts kijken opgetogen en nieuwsgierig de camera in. Ook zij ontdoen zich van hun jassen en mutsen.
Het zijn de eerste beelden die de echtgenoot van de inmiddels wereldberoemde Franse schrijver schiet met zijn nieuwe super8 camera. In de tien jaar die volgen legt hij bijna achteloos het gezinsleven vast. Het zijn romantische, inwisselbare scenes van opgroeiende kinderen met hun jonge ouders. Zwembaden, skipistes, fietsen zonder zijwieltjes, verjaardagstaarten, dat soort werk.
Het huwelijk brokkelt in die tien jaar steeds verder af. Totdat de camera en daarmee de vader helemaal uit het gezin verdwijnt.
Vijftig jaar na het aanschaffen van de camera, blikt Annie Ernaux samen met haar zoon terug op de korrelige jaren 70 films in de geprezen documentaire The Super 8 Years (2022). De film start met Annie die de deur opent voor de kinderen en zichzelf. Het is een doodnormale scene en toch zegt de schrijver in een voice-over dat het een buitengewoon moment is. Het zijn voor haar beelden die je normaal gesproken ‘nooit in je leven voor een tweede keer ziet’.
Performer Charlotte Gillain is geïnteresseerd in hoe wij mensen het leven opslaan. Voor haar residentie bij Theater aan de Rijn richtte ze zich op de vraag hoe het kan dat herinneringen zich aan ons binden. Een onbewust proces waar mensen maar weinig invloed op lijken te hebben. Dit onderzoek resulteerde in een 17 minuut durende work-in progress presentatie op de Arnhemse theatervloer waarin Charlotte al lopend op een loopband associatieve herinneringen opdraagt aan het publiek. Op een groot scherm achter haar zien bezoekers abstracte animaties van ruimtes en landschappen waar ze dwars doorheen lijkt te lopen.
De start van haar onderzoek ontstond meer dan een jaar geleden. Charlotte kreeg EMDR-therapie waarbij ze voor haar traumaverwerking bepaalde herinneringen visueel moest maken van haar therapeut. Gek genoeg waren het de tussenmomenten van het dagelijkse leven waar Charlotte steeds naar terugkeerde in haar hoofd. Ze zag de wandeling die ze als kind liep naar school en de kamers waar ze woonde. Juist de inwisselbare momenten zoals pendelroutes waren tijdens de therapiesessies dominant. Deze aanleiding is overigens niet belangrijk voor haar publiek, de uiteindelijke performance gaat niet over traumaverwerking. Inspiratie dient zich nu eenmaal vaak aan op onbewaakte momenten, zo ook tijdens een therapiesessie.
Digitale beelden
Voor haar residentie is Charlotte letterlijk teruggegaan naar plekken uit haar jeugd. Op naar België om het decor van haar tussenmomenten vast te leggen. Met een camera in de hand liep ze de routes uit haar jeugd en filmde de plafonds en ramen van gebouwen die ze zo goed kent. Deze beelden zijn uiteindelijk met een software programma door designer Zak Lennard vertaald naar felgekleurde landschappen en ruimtes met amorfe vormen. De landschappen en ruimtes zijn nog te herkennen als zodanig en tegelijkertijd zijn het geen realistische weergaves. De performance van Charlotte is zo gemonteerd dat wanneer ze vooruit loopt op de loopband, de beelden ook een vooruitgaande beweging hebben. Wanneer Charlotte naar de zijkant kijkt, verandert het perspectief van de beelden mee. Op die manier loopt ze constant in het ritme van de animaties en lijkt ze met haar fysieke lichaam daadwerkelijk in die vreemdsoortige binnenwereld van herinnerde locaties te zijn. Toch gaat deze performance niet specifiek over de persoonlijke herinneringen van Charlotte zelf, benadrukt ze: “Los van de persoonlijke connectie tot die routes en ruimtes, zijn de beelden conceptueel interessant omdat iedereen een archief aan pendelroutes heeft. Mijn route is een container voor alle herinneringen die zich onbewust in onze hoofden huisvesten. Als een tijdcapsule van onzichtbare dagen en ogenschijnlijke nietszeggende momenten.”

Wandelen
Het gegeven van de wandeling is tweeledig geïntegreerd in de performance. Via de loopband en via de digitale beelden die al wandelend zijn opgenomen. “Ik ben geïntrigeerd in de daad van wandelen die zowel vooruit als achteruit kan plaatsvinden. Veel van mijn herinneringen gaan over momenten waarbij ik onderweg ben. Door de digitale beelden konden Zak en ik gekke overgangen maken in de performance. Ik kon overal ‘doorheen’ wandelen, via een slaapkamer het weiland in en een station door. Daarmee wilde ik onze binnenwereld nabootsen die ook altijd chaotisch en niet lineair is. Een beetje zoals het moment vlak voordat je in slaap valt; dan passeren er allerlei gedachtes van de hak op de tak, voor- en achteruit.”
Tekst
Tijdens het wandelen op de loopband draagt Charlotte een tekst voor. Zo zegt ze bijvoorbeeld: “Every morning I would pack my bag and make my way to leave the house in a rush. I’d wear to layers of sweaters zipped tight so my jacket could hang open”. Haar tekst is specifiek én algemeen: “Dat was een vondst uit het repetitieproces in Theater aan de Rijn. Ik vertel over hele kleine momenten uit de herinnering. Zoals een moment van wachten of hoe een bepaalde pendelroute voelt om te lopen. Tot op het bot heb ik daarop ingezoomd. Daarmee werden die teksten zowel heel persoonlijk als ook universeel en herkenbaar.”
In het onderzoek van Charlotte schuilt een onmogelijkheid. Er blijven altijd herinneringen bestaan die onbereikbaar zijn. Het essay No archive will restore you (2018) van Julietta Singh was belangrijk voor het onderzoeksproces. Singh schrijft dat we allemaal leven met een archief waar we de inhoud maar deels van kennen. De eerste kasten van het archief zijn bij wijze van spreken makkelijk te bereiken, maar bij de achterste boekenplanken wordt het moeilijk. We voelen dat er iets is, maar kunnen er niet letterlijk bij. Charlotte zegt daarover: “Ik kan honderd mensen noemen die ik heb gekend, maar het is niet voldoende, er zijn meer namen, maar ik weet niet meer wie. Dat aspect van herinneren en de vraag waarom we al die kennis met ons meedragen, ontroert mij heel erg. Het is existentieel. Je blijft altijd deels een vreemde voor jezelf en ik vind dat zowel een angstaanjagend als vrijgevochten idee. Het niet weten geeft ook allerlei mogelijkheden.”
Tussen tientallen filmrollen met ‘hoogtepunten’, zoals vakanties en schooldiploma’s, besloot Annie Ernaux haar documentaire te starten met een scene van een moeder die de voordeur opent voor haar kinderen en zichzelf. Het had een keuze van Charlotte kunnen zijn. Het is eenzelfde interesse voor het onbewaakte moment dat heel persoonlijk is én universeel is, piepklein én onbeschrijfelijk groot. Een herinnering die is gevormd door te bestaan en vooruit te wandelen in het leven.
In het onderzoek van Charlotte schuilt een onmogelijkheid. Er blijven altijd herinneringen bestaan die onbereikbaar zijn. Het essay No archive will restore you (2018) van Julietta Singh was belangrijk voor het onderzoeksproces. Singh schrijft dat we allemaal leven met een archief waar we de inhoud maar deels van kennen. De eerste kasten van het archief zijn bij wijze van spreken makkelijk te bereiken, maar bij de achterste boekenplanken wordt het moeilijk. We voelen dat er iets is, maar kunnen er niet letterlijk bij. Charlotte zegt daarover: “Ik kan honderd mensen noemen die ik heb gekend, maar het is niet voldoende, er zijn meer namen, maar ik weet niet meer wie. Dat aspect van herinneren en de vraag waarom we al die kennis met ons meedragen, ontroert mij heel erg. Het is existentieel. Je blijft altijd deels een vreemde voor jezelf en ik vind dat zowel een angstaanjagend als vrijgevochten idee. Het niet weten geeft ook allerlei mogelijkheden.”
Tussen tientallen filmrollen met ‘hoogtepunten’, zoals vakanties en schooldiploma’s, besloot Annie Ernaux haar documentaire te starten met een scene van een moeder die de voordeur opent voor haar kinderen en zichzelf. Het had een keuze van Charlotte kunnen zijn. Het is eenzelfde interesse voor het onbewaakte moment dat heel persoonlijk is én universeel is, piepklein én onbeschrijfelijk groot. Een herinnering die is gevormd door te bestaan en vooruit te wandelen in het leven.
related content
news – 09 dec. 2024
Arnhems Stadsatelier
Vijf kunstenaars krijgen de ruimte om in Arnhem artistiek onderzoek te doen
people – 15 okt. 2024