publicationessaypodcastinterviewvideoblognewsonline coursespeopleAPRIA

Johnny Bravo

Afstudeerder Dirk Vaessen zoekt de grenzen en beperkingen van man-zijn

blog by Rana Ghavami – 05 July 2019
Beelden roepen vaak gevoelens, stellingen, vermoedens en speculaties op die onverenigbaar zijn. Dat geldt ook voor onze ideeën over man-zijn en mannelijkheid. En toch kunnen we ons geen juist beeld voorstellen van man-zijn en mannelijkheid zonder na te gaan welke karaktereigenschappen, handelingen, gedrag, uitingen een man tot een man maakt. Die denkbeeldige criteria zijn noodzakelijkerwijs verbonden met sociale normen. Oftewel, in termen van de Franse filosofe Simone de Beauvoir, al dan impliciet, je wordt niet als man geboren maar tot man gemaakt. Maar dat eentonig beeld van man-zijn en mannelijkheid, dat voornamelijk gestoeld is op de dichotomie man/vrouw, lijkt op z’n einde te lopen. Of niet?
Dirk Vaessen, Brave Hendrik
1. Harry Styles, 2. Jaden Smith, 3. Grayson Perry, 4 en 5. David Bowie (Foto: Terry O’Neill/Getty) 6. Miss J Alexander (Foto: Bettina Rheims)
Natuurlijk. Niettemin associëren de meeste van ons op de Product Designafdeling hakken en flamboyante kledingstukken met vrouwen. Ook wel met mannen zoals Jaden Smith, Harry Styles, David Bowie en Grayson Perry. Hoewel beelden de facto dubbelzinnig en open voor interpretatie zijn, blijven deze beelden van man-zijn en mannelijkheid in de marge opereren. Het zijn toch de vrouwen en in het bijzonder vrouwen op de catwalk die het primaat zijn. Maar achter elk beeld schuilt een bedrog en daarmee ook een waarheid. Hoewel de catwalk synoniem is voor modellen en over het algemeen voor vrouwen die Chanel of Dior dragen, zijn het zwarte queer mannen die weten hoe je seksappeal, signatuurwalk en fierceness moet belichamen.

Het was tenslotte de runway-coach van de Amerikaanse serie American’s Next Topmodel Miss J Alexander die de modellen leerde hoe je moest flaneren op een catwalk. Het was niet Kate Moss, maar Miss J die de modellen een crash course gaf over sensualiteit, verleiding en het hebben van een karakter–op de catwalk.

Dit terzijde en geïnspireerd door de Engelse iconische modeontwerpers Alexander McQueen en Gareth Pugh, heeft Dirk Vaessen de collectie Brave Hendrik ontworpen voor mannen, bestaande uit kledingstukken, maskers, laarzen en hakken. Zijn ambitie met zijn afstudeerwerk is om de man te bevrijden van dit vaak eentonige, fantasieloze zelfbeeld. Misschien van hetzelfde beeld dat de joodse filosoof en socioloog Herbert Marcuse beschreef als ‘de eendimensionale mens’.

Marcuse bekritiseerde in zijn gelijknamige boek dat in 1964 verscheen hoe er in de moderne industriële samenlevingen een technologische rationaliteit besloten ligt die repressieve normen oplegt aan elk aspect van de cultuur en het openbare leven. Hoewel moderne industriële samenlevingen democratisch zijn, lijkt en is consumeren in een kapitalistische samenleving de enige rationaliteit en middel waarmee de burger haar verlangens en behoeftes kan bevredigen en haar vermogen kan materialiseren en reproduceren. Marcuse legt uit hoe dit consequenties heeft voor de vrijheid van ieder individu. Zo beschreef hij hoe in zulke onderdrukkende systemen vrijheid een middel wordt om mee te beheersen. Het bepaalt immers hoe we moeten handelen, voelen en worden. Samengevat voor deze tekst stelt hij dat in onze samenleving vrijheid ‘vrijheid om te consumeren’ betekent. Desalniettemin betekent het niet dat er geen notie bestaat van of verlangen naar het authentieke leven of narratieve zelfbeelden die niet bepaald worden door het consumentisme. Daarom buigen studenten zich over kwesties en vraagstukken die hun leven en omgeving aangaat.

Dit is wat de meeste studenten typeert. Zij ontkennen de verwoestende gevolgen van het huidige politiek-economisch systeem niet, weten dat zij verschillende crisissen en wendingen mee gaan maken die qua omvang en inbreuk niet voor te stellen zijn. En blijven toch hoopvol, geëngageerd werk maken. En precies in deze conflicterende en weleens verwarrende positie moet een kunstacademiestudent een zekere attitude bepalen en tonen.
Dirk Vaessen, Brave Hendrik
Zo ook Dirk met zijn collectie: “Ik onderzoek in mijn werk de grenzen en beperkingen van man-zijn en genderidentiteiten zoals we die nu kennen en poog met mijn werk mensen uit te dagen om zich te uiten zoals zij zijn ongeacht de normen”. Want normen trekken grenzen die vaak kunstmatig zijn. Wie heeft tenslotte bepaald dat mannelijkheid gepaard gaat met platte en stoere zolen en vrouwelijkheid met hakken en beweging? Uiteraard de creatieve industrie, bestaande uit investeerders, retailers, opdrachtgevers, consultants, ontwerpers, trendwatchers, makers, arbeiders, stagiaires, tutors en medeklasgenoten. De repressieve dichotomie die momenteel door modeontwerpers, modellen, art directors en influencers uitvergroot, bevraagd en getransformeerd wordt is per uitstek een product van dezelfde industrie. Ook al klinkt dit tegenstellend, dit is hoe de creatieve industrie kritiek neutraliseert en daarmee haar bestaanswaarde en macht bestendigt. Kritiek en subversie leidt in dit geval alleen tot aanpassing, maar niet verandering.

Het mag duidelijk zijn dat Dirk met veel bravoure niet ageert tegen haute couture, high-end fashion, ballrooms of populaire cultuur, maar de organiserende principes van ontwerp zelf die ons waarde- en smaakoordeel, gevoelens en gedrag mede bepalen. Zelf zegt hij: “Ik geloof dat zelfexpressie, gender en identiteit meer fluide zijn”. Met zijn opblaasbare kledingstukken en accessoires transformeert hij simpele tweedimensionale, transparante en uit PVC gemaakte silhouetten in droomachtige beelden. En zo blaast hij mannelijkheid een nieuw leven in.
Magdalena Frackowiak opening ‘Plato’s Atlantis’, Alexander McQueen, S/S 2010
related content