De ontzettende onvoorspelbaarheid van het hart – in gesprek met Coralie Vogelaar
interview by Maurits de Bruijn – 16 May 2022dossier: Body and power(lessness)
Met een open, niet veroordelende blik en vol experimenteerdrift benadert Coralie Vogelaar haar speelveld: de ruimten waar mens en technologie elkaar ontmoeten. En dat zijn nogal wat ruimten, die lang niet zo helder af te bakenen zijn als we denken. Zelfs in de jungle van Peru herkende Coralie patronen en zienswijzen die haar aan technologische systemen deden denken. Via Google Meet (hoe kan het ook anders?) sprak ik met Coralie over de eerste keer dat ze zich op het internet begaf, de emotieherkenningsoftware die haar als een emoticon deed bewegen en haar Prix de Rome-installatie die mensen in contact bracht met de grillen van hun eigen hartslag. “Technologie kan de illusie wekken dat de wereld heel begrijpelijk is.”
Hoe kijken wij in de huidige samenleving naar ons lichaam? Waar ligt haar kracht en waar is zij kwetsbaar? Hoe machtig of onmachtig is zij? In de serie Lichaam en (on)Macht duiken ArtEZ Studium Generale en Mister Motley dit collegejaar dieper in dit onderwerp.
Hoe kijken wij in de huidige samenleving naar ons lichaam? Waar ligt haar kracht en waar is zij kwetsbaar? Hoe machtig of onmachtig is zij? In de serie Lichaam en (on)Macht duiken ArtEZ Studium Generale en Mister Motley dit collegejaar dieper in dit onderwerp.
Wat is jouw eigen relatie tot technologie?
Die is niet eenduidig. Ik ben een soort laborant, ik experimenteer en denk: waar kunnen we dit nog meer voor gebruiken, kunnen we dit saboteren? En dan probeer ik alles, spelenderwijs.
Ik vraag me ook af wat technologie met me doet. Pas ik mijn gedrag aan als ik een stappenteller gebruik? Ben ik teleurgesteld als ik ‘m niet bij me heb en ie mijn hardlooprondje niet kan meten.
Ik vraag me ook af wat technologie met me doet. Pas ik mijn gedrag aan als ik een stappenteller gebruik? Ben ik teleurgesteld als ik ‘m niet bij me heb en ie mijn hardlooprondje niet kan meten.
En is dat zo?
Als ik veel heb bewogen zonder dat ik ‘m bij me had dan denk wel: Oh, shit. Maar ja, voor wie doe je het dan? Dus ik ben er heel bewust mee bezig. Wat doet het met mij? Wat kan ik ermee? Wat voor gedrag lokt het bij me uit, en vind ik dat goed gedrag of niet?
Ik heb weleens een werk gemaakt met emotieherkenningsoftware en dat begint dan gewoon door daarmee te interacteren en dat programma maakte een soort simplistisch emoticon-gedrag bij me los. Ik werd een live emoticon en dat zou niet de bedoeling moeten zijn.
Ik heb weleens een werk gemaakt met emotieherkenningsoftware en dat begint dan gewoon door daarmee te interacteren en dat programma maakte een soort simplistisch emoticon-gedrag bij me los. Ik werd een live emoticon en dat zou niet de bedoeling moeten zijn.
Is die relatie altijd zo geweest? Dook je als kind ook op de computer om die uit elkaar te halen en te kijken wat er nog mogelijk was met dat ding?
Wij hadden een computer waarop je allerlei codes moet invoeren voordat je ‘m überhaupt aan de praat kreeg. En dat uit elkaar halen werd ook niet gestimuleerd. Ik was wel van de technische Lego, wat nu allemaal heel tof is en wat je kunt coderen, maar dat was in mijn tijd nog niet het geval.
Jij en ik zijn nog in het offline tijdperk opgegroeid. Had je in een andere tijd willen opgroeien? Of ben je precies op het juiste moment geboren?
Dat denk ik wel. Ik weet nog heel bewust dat ik bekend raakte met het internet. Dat was een magisch moment. Mijn buurmeisje nam me mee naar de bibliotheek om me iets te laten zien op het internet. Het ging om een jongen waar ze verliefd op was, die zal bekend zijn geweest. En ze had een hele lange URL die ze over tikte. Toen ze op Enter drukte, laadde de afbeelding van die jongen heel langzaam.
Ik vind het mooi om te weten hoe de wereld was voor die tijd, en hoe het nu is mét het internet. Dat maakt me ook reflectiever.
Ik vind het mooi om te weten hoe de wereld was voor die tijd, en hoe het nu is mét het internet. Dat maakt me ook reflectiever.
Dat maakt het wellicht ook makkelijker om de invloed van het internet te bevragen. Omdat het voor jou minder vanzelfsprekend is?
Ja, maar ik ben dus niet anti-technologie. Ik ben er kritisch over. Ik denk wel vaak: dit kunnen we ook anders ontwerpen. Het is vaak simplistisch of binair, maar ik denk niet dat we zonder technologie moeten leven.
Dat deed je ook met die emotieherkennigsoftware in het werk ‘Random String of Emotions’.
Die wilde ik inderdaad complexer maken door met actrice Marina Miller Dessau te gaan werken en haar random gezichtsspieren te laten gebruiken en aantrekken. Vervolgens keken we naar de manier waarop die software haar spieroefeningen duidde en ook naar welke emoties er opkwamen bij de actrice. Dan stel ik wel vragen als: kunnen we die emotieherkennigsoftware complexer maken dan de zes basisemoties die nu worden herkend?
Wij mensen zien dat er iets mist bij die spieroefeningen van de actrice, dat het geen echte emoties zijn. Dat zien we bijna op celniveau en de software ziet dat niet.
Wij mensen zien dat er iets mist bij die spieroefeningen van de actrice, dat het geen echte emoties zijn. Dat zien we bijna op celniveau en de software ziet dat niet.
Dus daarin zijn wij heel veel slimmer dan die software?
Ja, sowieso. Maar in sommige gevallen zijn we dat niet. Wij kunnen ons zowel heel complex als heel binair gedragen.
Hoe heb je de hartslagmeters bij ‘Interpersonal Biofeedback Apparatus Encoding Cardiac Fluctuations’ complexer gemaakt?
Bij ‘Interpersonal Biofeedback Apparatus Encoding Cardiac Fluctuations’ (2021, Prix de Rome) ontdekte ik dat de hartslagmeters op smartphones heel vaak middelen. Dat is praktisch, anders meten ze te veel ruis uit de omgeving. Dus nemen ze tien hartslagen en daarvan nemen ze het gemiddelde, terwijl ik juist die ontzettende onvoorspelbaarheid van het hart zo fascinerend vind en die kunnen we ook registreren met technologie, dus samen met technicus Kees Reedijk hebben we een installatie gemaakt met hartslagmeters die juist al die complexe variabelen opvangt. Op basis van die data klonken er uit keramische objecten interactieve geluiden die waren gecomponeerd in samenwerking met componist Sjoerd Leijten.
Die installatie was interactief, en ging dus tijdens de tentoonstelling ‘leven’. Wat kwam er terug toen mensen het werk gingen gebruiken?
Mensen wilden de installatie helemaal begrijpen en kunnen lezen. Daar ligt voor mij nog wel een zoektocht: Hoe maak ik dingen zo complex dat mensen die complexiteit kunnen omarmen maar dat er ook momenten van duidelijkheid zijn? Ik ben ook op zoek naar die overgave bij de toeschouwer.
Wat ik de leukste momenten vind is wanneer er een connectie tussen mensen ontstaat door het werk. Want je hoort een geluid en dan vraag je je af: ben ik dat? Aan wie het geluid toebehoort is te zien in de installatie, maar dat aflezen bleek toch complex. Zo ontstond er een gesprek en een sfeer. Er zit ook een regel in dat werk dat wanneer hartslagen gelijklopen, er dan een tik klinkt. En dat ontdekten mensen ook. Zo ontstaat er een soort spel.
Vooral kinderen vinden het erg leuk. Die houden ervan om dingen te ontdekken, en dat de antwoorden niet gegeven worden.
Wat ik de leukste momenten vind is wanneer er een connectie tussen mensen ontstaat door het werk. Want je hoort een geluid en dan vraag je je af: ben ik dat? Aan wie het geluid toebehoort is te zien in de installatie, maar dat aflezen bleek toch complex. Zo ontstond er een gesprek en een sfeer. Er zit ook een regel in dat werk dat wanneer hartslagen gelijklopen, er dan een tik klinkt. En dat ontdekten mensen ook. Zo ontstaat er een soort spel.
Vooral kinderen vinden het erg leuk. Die houden ervan om dingen te ontdekken, en dat de antwoorden niet gegeven worden.
Precies dat gegeven is ook belangrijk in jouw werk. Want mensen willen alles duiden, en dat kan een vijand van kunst zijn. En die houding past heel erg bij het technologische tijdperk, de illusie dat alles in kaart te brengen is. Denk je dat technologie het nog moeilijker maakt voor mensen om zich over te geven aan het onbekende?
Ja, en het lijkt mij wel bijzonder als we daar een mind switch in kunnen maken. Technologie kan de illusie wekken dat de wereld heel begrijpelijk is. Mensen geloven technologie ook meteen. Het zou fijn zijn als technologie niet altijd zo makkelijk te lezen is, of in ieder geval ook de complexiteit op een transparante manier weergeeft. Dat het een soort magie behoudt. Niet alles is verklaarbaar. Technologie geeft geen verklaring van wie we zijn.
En de feedback die we dus van tech krijgen, maken we te belangrijk, toch? Het is misschien een beetje te vergelijken met wakker worden, op de klok kijken, en op basis daarvan beoordelen of ik goed geslapen heb.
Ja, precies. En dan wordt het een structuur, een protocol dat op ons leven wordt geplakt en daar gaan we blind in mee. Dat moet niet.
Ik ben juist geïnteresseerd in ons onderbewuste en het intuïtieve. Wij voelen iets als we een bepaalde beweging maken. Juist al die processen die in ons lichaam aan de hand zijn, waardoor we dingen automatisch doen, die vind ik fascinerend.
Ik ben juist geïnteresseerd in ons onderbewuste en het intuïtieve. Wij voelen iets als we een bepaalde beweging maken. Juist al die processen die in ons lichaam aan de hand zijn, waardoor we dingen automatisch doen, die vind ik fascinerend.
Dus door in te zoomen op die technologie word je verliefder op de mens?
Ja. Maar het is ook een spiegel. Uiteindelijk is het een soort spiegelpaleis waar we met z’n allen in zitten.
Worden mensen dan door die innovaties slechter in het omgaan met alles wat niet te duiden is?
Slechter of beter vind ik lastig. Dat is me te binair. Maar ik bemerk wel degelijk de effecten om me heen. Iedereen moet heel efficiënt en productief zijn. Alles moet geduid.
De grote techbedrijven zoals Google zitten natuurlijk in diezelfde structuur van productiviteit en die hebben meer invloed op ons gedrag dan wij ons bewust zijn.
Toen ik in China was, dacht ik: hier gaat iets mis. Technologie is daar zo allesbepalend geworden om alles te kunnen controleren en efficiënt te maken.
Alles verloopt daar via één app. Betalingen, sociale media, taxi’s bestellen, al je gegevens staan daarop. Die app is ook niet anoniem te gebruiken. Het lukte mij al haast niet om met cash te betalen of zomaar een taxi te bestellen. Je ziet overal webcams. Dat is omdat alles gecentraliseerd wordt. Dat heb je bij ons in zekere mate ook.
We zitten nu in Google Meet. Eigenlijk denk ik dan: we moeten Jitsi Meet gebruiken. We moeten zoveel mogelijk diversifiëren in de techproducenten. Ik hou mezelf elke keer weer voor dat ik dat anders aanpak.
De grote techbedrijven zoals Google zitten natuurlijk in diezelfde structuur van productiviteit en die hebben meer invloed op ons gedrag dan wij ons bewust zijn.
Toen ik in China was, dacht ik: hier gaat iets mis. Technologie is daar zo allesbepalend geworden om alles te kunnen controleren en efficiënt te maken.
Alles verloopt daar via één app. Betalingen, sociale media, taxi’s bestellen, al je gegevens staan daarop. Die app is ook niet anoniem te gebruiken. Het lukte mij al haast niet om met cash te betalen of zomaar een taxi te bestellen. Je ziet overal webcams. Dat is omdat alles gecentraliseerd wordt. Dat heb je bij ons in zekere mate ook.
We zitten nu in Google Meet. Eigenlijk denk ik dan: we moeten Jitsi Meet gebruiken. We moeten zoveel mogelijk diversifiëren in de techproducenten. Ik hou mezelf elke keer weer voor dat ik dat anders aanpak.
Hoe doe je dat met de technologie die je in je werk gebruikt?
Als ik werk maak, gebruik ik graag de hackable versie van een product of software. Een product van een kleinere fabrikant kan uiteindelijk vaak niet voor de wetenschap en niet voor de commercie worden ingezet, dus dan verdwijnt het weer, terwijl ik die bedrijfjes juist nodig heb.
Laatst had ik een tweedehands VR-handschoen gekocht en ik had het bedrijf gemaild omdat ik wat onderdelen miste. Toen kreeg ik meteen reactie van de CEO die zei: “Ja, we kunnen wel een keer om de tafel gaan zitten. Ik ben benieuwd naar je ideeën.” Zo moet het.
Laatst had ik een tweedehands VR-handschoen gekocht en ik had het bedrijf gemaild omdat ik wat onderdelen miste. Toen kreeg ik meteen reactie van de CEO die zei: “Ja, we kunnen wel een keer om de tafel gaan zitten. Ik ben benieuwd naar je ideeën.” Zo moet het.
Je onderzoekt de ruimte waar mensen en computers elkaar ontmoeten. Zijn er eigenlijk nog ruimtes waar dat niet gebeurt? Domeinen waar technologie geen of weinig invloed heeft?
Laatst was ik in Peru bij een Shipibo-Conibo tribe. Zij zien de wereld, de mens en de natuur als een verzameling patronen en met liederen (icaros) willen ze gebroken patronen herstellen. Voor mij is dat dan een heel technologische visie, terwijl we niet eens lampen hadden daar, maar kaarsen. Wat dat betreft is technologie ook een lastig begrip, omdat het zo allesomvattend is.
En wat deed het met jou om al je technologische apparaten daar los te laten?
Ik heb daar alleen maar zitten staren en luisteren. Vanuit 360 graden om je heen hoor je duizenden geluiden die je nog nooit hebt gehoord, in een onverklaarbaar ritme. Het waren juist heel veel prikkels die ik bijna niet aankon.
Dus de tegenstelling tussen natuur/rust versus technologie/stress klopt ook niet per se?
Nee. Dat wordt ook aangestipt in de making of van die jungle documentaire van Werner Herzog (Fitzgeraldo). Dan is hij het zat. Hij heeft het op een gegeven moment helemaal gehad met de jungle. En dan zegt hij inderdaad: we zien de natuur als baken van rust en evenwicht maar het is eigenlijk pure chaos.
events:
Manipulatie door technologie
een online lunchevent over het lichaam en diens bewegingsvrijheid met Maxim Februari en Coralie Vogelaar
online event23 Mar '22