ArtEZ-alumnus Tom Kortbeek is als kunstenaar en onderzoek verbonden aan KunstLAB Arnhem. Hij heeft – daartoe in staat gesteld door het Art Business Centre van ArtEZ – een Technische Haalbaarheids Studie (THS) gedaan. Tom geeft tijdens het Frankenstein Festival ook acte de présence. In deze blog vertelt hij over zijn onderzoek.
EVEN VOORSTELLEN…
Mijn naam is Tom Kortbeek en ik ben als kunstenaar en onderzoeker verbonden aan KunstLAB Arnhem. Ik heb aan ArtEZ gestudeerd aan de opleiding Muziektheater op het conservatorium en daarvoor Theaterwetenschappen aan de Universiteit Utrecht gestudeerd. Momenteel houd ik mij, onder andere bij KunstLAB Arnhem, bezig met vraag welke toevoeging techniek kan hebben op onder andere de podiumkunsten. Ik zoek dan vooral naar manieren waarop techniek extra lagen van communicatie mogelijk kan maken. Zowel met de performers onderling als met het publiek/de toeschouwer.
WAT WAS JOUW ONDERZOEKSVRAAG?
Ik heb de THS ingezet om een project te initiëren dat twee onderzoekslagen bevat. De eerste is een technische onderzoekslaag, waarin ik heb gekeken hoe techniek nieuwe communicatiewegen mogelijk kan maken in een performance. Ik zie hier techniek niet als doel, maar als middel om de performer (of het publiek) nieuwe mogelijkheden te geven. Ik geloof dat er naast het begrijpen van de techniek, ook onderzocht moet worden hoe techniek werkelijk een ‘extension of man’ (Marshal McLuhan) kan worden, in plaats van een interessante gimmick. De tweede laag was een inhoudelijke laag, waarin ik heb willen onderzoeken hoe performance of kunst in het algemeen een manier kan zijn om maatschappelijke thema’s als ‘participatie’ en ‘co-creatie’ kan onderzoeken. In de huidige maatschappij komt de nadruk steeds meer te liggen op het ‘meedoen’. We moeten van een ‘verzorgingsstaat’ naar een ‘participatiemaatschappij’. Hoewel ik erg geloof in een samenleving waarin eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, vraag ik me wel af hoe dat moet gaan werken. Leidt samenwerking altijd tot creatie? Of kan het ook leiden tot destructie? Deze vragen wil ik tot inhoudelijk onderwerp van mijn werk maken.
HOE HEB JE DIT AANGEPAKT?
Het project dat ik heb opgezet door middel van de THS werkt vanuit de twee onderzoekslagen. Aan de ene kant neemt het een technisch (hulp-)middel als uitgangspunt en in de andere laag werkt het vanuit het met de Negende Symfonie van Beethoven als uitgangspunt. Ik heb voor dit werk gekozen als rode draad door alle deelonderzoeken van het project. De bekende zin ‘Alle Menschen Werden Brüder’ past perfect bij de inhoud van het onderzoek. Daarbij geeft het als startpunt van het denkproces enige richting en verbondenheid aan de verschillende deelonderzoeken. Binnen de kaders van de THS heb ik twee onderzoeken kunnen opzetten. In het eerste deelonderzoek heb ik een onderzocht hoe het publiek een samenwerking kan aangaan met een cellist doordat de bewegingen van het publiek worden geregistreerd door een (web-)camera. De analyse van deze bewegingen zorgt ervoor dat een computer kan berekeningen welke bewerking van de Negende Symfonie de cellist moet spelen. Hierdoor ontstaat er een nieuwe compositie die direct wordt gespeeld en wordt het publiek niet alleen toeschouwer, maar ook onderdeel van het creatieproces. In het tweede deelonderzoek heb ik onderzocht hoe techniek een extra communicatielaag kan aanbrengen in de improvisatie tussen een muzikant en een danseres. We hebben gewerkt met armbanden die de bewegingen van een danseres omzetten naar muziek. Ook kan ze de muziek die de muzikant (marimba-speler) maakt aanpassen doordat ze door haar bewegingen muzikale effecten kan toevoegen aan gespeelde muziek. Als extra laag hebben we de performance in het donker uitgevoerd en het publiek kleine lampjes meegegeven. Zo waren de toeschouwers zelf verantwoordelijk voor wat ze zagen en bepaalden zij welke delen van de performance werden uitgelicht.
WELKE BEDRIJVEN ZIJN ER BIJ BETROKKEN?
De onderzoeken heb ik onder de vlag van KunstLAB Arnhem kunnen doen en daarbij heb ik vooral veel samengewerkt met Stefanie Hesseling. Zij heeft mij kunnen helpen met het opzetten van de onderzoeken en het stapsgewijs organiseren ervan. Ook heeft zij vanuit expertise op het gebied van psychologie geholpen met het scherp krijgen van de manieren waarop we de publieksparticipatie konden onderzoeken. In de uitvoer heb ik per deelonderzoek samengewerkt met een andere creatieve partij. Voor het eerste deelonderzoek heb ik samengewerkt met William van Giessen van O.K. Parking en celliste Tara Kumar. Samen met William heb ik de technische en inhoudelijke kant vanhet onderzoek gebouwd en met Tara heb ik kunnen onderzoeken wat er haalbaar is in het realtime spelen van de muziek die gegenereerd werd. In het tweede onderzoek heb ik in de uitvoer samengewerkt met muzikant Maarten Zaagman en danseres Marielle Kleyn Winkel. Door zijn (extra) achtergrond in Informatica was Maarten de perfecte onderzoekspartner. Samen met Marielle hebben we onderzocht hoe de techniek dienend kan zijn aan de beweging van de danser om zo nieuwe communicatiewegen mogelijk te maken met de muzikant.
WAT ZIJN DE RESULTATEN?
De beide onderzoeken waren op verschillende manieren erg interessant en hebben veel resultaten opgeleverd. Op het overkoepelende vlak heeft het mij als kunstenaar en onderzoeker veel geleerd hoe een dergelijk onderzoek op te zetten en hoe de samenwerking met verschillende partijen in een creatief proces werkt. Daarnaast zijn er binnen de twee onderzoeken ook verschillende resultaten behaald. Bij het eerste onderzoek nam de ontwikkeling van de techniek veel tijd in beslag. Ook vereiste de beperkingen die dit ons als makers oplegde steeds een aanpassing van het eindresultaat dat wij voor ogen hadden. Dit leverde een interessant proces op waarbij we steeds moesten kijken wat conceptueel de uitgangspunten waren, wat technisch mogelijk was en wat vanuit deze optieken dus een logische vorm zou zijn waarin het zich zou moeten uiten. Uiteindelijk is het een installatie geworden waarbij je als publiek voor een grid staat en met armbewegingen kan bepalen wat de cellist moet spelen. Deze ziet op een scherm steeds noten verschijnen die worden gegenereerd op basis van de Negende Symfonie van Beethoven in combinatie met de armbewegingen van de deelnemer. Een korte video van de performance is hier te zien
Het tweede onderzoek heeft ons veel inzicht gegeven in techniek samenwerkt met een performance. Het toepassen van technische hulpmiddelen is een delicaat proces waarin gezocht moet worden naar een wijze waarop de techniek een verlengstuk wordt van het natuurlijke gedrag van de performer. In plaats van dat het de performer teveel in een hokje stopt en hem daardoor tegenhoudt. Ook heeft de toevoeging van in dit geval een armband die een danseres muzikale expressiemogelijkheden geeft alleen zin als ook voor het publiek exact duidelijk is dat de danseres ook daadwerkelijk in het moment zelf de muziek genereert. Als de suggestie bestaat dat de danseres slechts heel goed ‘in sync’ kan bewegen met een van te voren opgenomen band, is de meerwaarde van de techniek weg. Ook heeft het tweede onderzoek ons veel geleerd hoe een interdisciplinaire samenwerking nou moet werken en hoe ook het publiek hierin een functie kan hebben. Het is niet gezegd dat we hier nu hét antwoord op hebben, maar we hebben daar zeker stappen in gemaakt. Concreet heeft het tweede onderzoek geleidt tot een korte performance die we ook op video hebben vastgelegd. Je kunt hier een deel daarvan bekijken en er is ook een deel van het onderzoek te zien:
WAT IS JE VOLGENDE STAP NAV DE THS?
Beide onderzoeken hebben geleid tot een concreet ‘product’. Een installatie en een korte performance. In het komende jaar is het de bedoeling dat we deze producten verder uitwerken, de wereld in gooien en dat we onze kennis op dit gebied verder gaan verdiepen. Voor de installatie ‘PublicxCello’, die voortgekomen is uit het eerste onderzoek, geldt dat we deze op verschillende festivals gaan programmeren. Vooral festivals die zich bezighouden met het vullen van leegstand in de publieke ruimte passen bij dit concept. Zo zullen we in Maart 2015 met ‘PublicxCello’ in Utrecht en Arnhem te zien zijn in verschillende winkeletalages en proberen we zo een zo breed mogelijk publiek aan te spreken. De performance ‘Mine.Yours.Ours.’ willen we inzetten als voorbeeld op basis waarvan we een verdiepend onderzoek willen opzetten, bijvoorkeur in samenwerking met een productiehuis op het gebied van de podiumkunsten. De resultaten die we hebben behaald bieden naar ons idee juist veel aanknopingspunten om hier een langere periode onderzoek naar te doen. Dit op het vlakken van het gebruik van de technische hulpmiddelen, het inzetten van de publieksparticipatie en het inhoudelijke vlak van co-creatie binnen een samenleving. Uiteindelijk is het doel om door middel van dat onderzoek te komen tot een grotere performance die aan het publiek getoond kan worden. Naast deze twee vervolgstappen is er ook nog een derde vervolg ontstaan. Door het optuigen van het onderzoek voor de THS is er een nieuwe samenwerking ontstaan met Studio Roos Meerman, ODDstream uit Nijmegen en Het Gelders Orkest, waarmee we het project Tactile Orchestra gaan ontwikkelen. Dit wordt een tapijtwand die bij aanraking de prachtige klanken van HGO hoorbaar maakt. We hebben gelukkig de nodige financiële middelen hiervoor binnen kunnen halen, dus komende zomer staat Tactile Orchestra op verschillende festivals door het land.
Concluderend kunnen we stellen dat de THS mij in staat heeft gesteld om aan de hand van twee deelonderzoeken te experimenteren met het inzetten van technische hulpmiddelen in performance en hoe publieksparticipatie hierdoor mogelijk gemaakt kan worden. Deze onderzoeken hebben zowel tot een concreet product geleid als tot een mogelijkheid tot een groter vervolgonderzoek. Dit maakt dat ik doormiddel van de THS iets in gang heb kunnen zetten wat zonder niet mogelijk was geweest. In ieder geval niet met deze resultaten en perspectieven!
Over THS en ABC
Het Art Business Centre van ArtEZ hogeschool voor de kunsten stelt gelden beschikbaar voor Technische Haalbaarheids Studies (THS) in de creatieve sector. Het doel is om, relatief laagdrempelig, jonge ondernemers in de allervroegste fase een idee met een technische component verder uit te laten werken. Een mooie kans voor creatieve ondernemers om in deze risicovolle startersfase van hun onderneming nieuwe frisse ideeën te kunnen door ontwikkelen.
Ook in aanmerking komen voor een THS?
Neem contact op met Cily Smulders van het Art Business Centre er zijn namelijk nog 2 aanvragen die gehonoreerd kunnen worden- 1 april is de sluitingsdatum. Bel 026 – 35 35 631 of stuur een mail naar abc@artez.nl abc@artez.nl.
Dit artikel werd geschreven door Cily Smulders, projectadviseur Art Business Centre, en werd eerder gepubliceerd op http://innovatie.artez.nl/.
EVEN VOORSTELLEN…
Mijn naam is Tom Kortbeek en ik ben als kunstenaar en onderzoeker verbonden aan KunstLAB Arnhem. Ik heb aan ArtEZ gestudeerd aan de opleiding Muziektheater op het conservatorium en daarvoor Theaterwetenschappen aan de Universiteit Utrecht gestudeerd. Momenteel houd ik mij, onder andere bij KunstLAB Arnhem, bezig met vraag welke toevoeging techniek kan hebben op onder andere de podiumkunsten. Ik zoek dan vooral naar manieren waarop techniek extra lagen van communicatie mogelijk kan maken. Zowel met de performers onderling als met het publiek/de toeschouwer.
WAT WAS JOUW ONDERZOEKSVRAAG?
Ik heb de THS ingezet om een project te initiëren dat twee onderzoekslagen bevat. De eerste is een technische onderzoekslaag, waarin ik heb gekeken hoe techniek nieuwe communicatiewegen mogelijk kan maken in een performance. Ik zie hier techniek niet als doel, maar als middel om de performer (of het publiek) nieuwe mogelijkheden te geven. Ik geloof dat er naast het begrijpen van de techniek, ook onderzocht moet worden hoe techniek werkelijk een ‘extension of man’ (Marshal McLuhan) kan worden, in plaats van een interessante gimmick. De tweede laag was een inhoudelijke laag, waarin ik heb willen onderzoeken hoe performance of kunst in het algemeen een manier kan zijn om maatschappelijke thema’s als ‘participatie’ en ‘co-creatie’ kan onderzoeken. In de huidige maatschappij komt de nadruk steeds meer te liggen op het ‘meedoen’. We moeten van een ‘verzorgingsstaat’ naar een ‘participatiemaatschappij’. Hoewel ik erg geloof in een samenleving waarin eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, vraag ik me wel af hoe dat moet gaan werken. Leidt samenwerking altijd tot creatie? Of kan het ook leiden tot destructie? Deze vragen wil ik tot inhoudelijk onderwerp van mijn werk maken.
HOE HEB JE DIT AANGEPAKT?
Het project dat ik heb opgezet door middel van de THS werkt vanuit de twee onderzoekslagen. Aan de ene kant neemt het een technisch (hulp-)middel als uitgangspunt en in de andere laag werkt het vanuit het met de Negende Symfonie van Beethoven als uitgangspunt. Ik heb voor dit werk gekozen als rode draad door alle deelonderzoeken van het project. De bekende zin ‘Alle Menschen Werden Brüder’ past perfect bij de inhoud van het onderzoek. Daarbij geeft het als startpunt van het denkproces enige richting en verbondenheid aan de verschillende deelonderzoeken. Binnen de kaders van de THS heb ik twee onderzoeken kunnen opzetten. In het eerste deelonderzoek heb ik een onderzocht hoe het publiek een samenwerking kan aangaan met een cellist doordat de bewegingen van het publiek worden geregistreerd door een (web-)camera. De analyse van deze bewegingen zorgt ervoor dat een computer kan berekeningen welke bewerking van de Negende Symfonie de cellist moet spelen. Hierdoor ontstaat er een nieuwe compositie die direct wordt gespeeld en wordt het publiek niet alleen toeschouwer, maar ook onderdeel van het creatieproces. In het tweede deelonderzoek heb ik onderzocht hoe techniek een extra communicatielaag kan aanbrengen in de improvisatie tussen een muzikant en een danseres. We hebben gewerkt met armbanden die de bewegingen van een danseres omzetten naar muziek. Ook kan ze de muziek die de muzikant (marimba-speler) maakt aanpassen doordat ze door haar bewegingen muzikale effecten kan toevoegen aan gespeelde muziek. Als extra laag hebben we de performance in het donker uitgevoerd en het publiek kleine lampjes meegegeven. Zo waren de toeschouwers zelf verantwoordelijk voor wat ze zagen en bepaalden zij welke delen van de performance werden uitgelicht.
WELKE BEDRIJVEN ZIJN ER BIJ BETROKKEN?
De onderzoeken heb ik onder de vlag van KunstLAB Arnhem kunnen doen en daarbij heb ik vooral veel samengewerkt met Stefanie Hesseling. Zij heeft mij kunnen helpen met het opzetten van de onderzoeken en het stapsgewijs organiseren ervan. Ook heeft zij vanuit expertise op het gebied van psychologie geholpen met het scherp krijgen van de manieren waarop we de publieksparticipatie konden onderzoeken. In de uitvoer heb ik per deelonderzoek samengewerkt met een andere creatieve partij. Voor het eerste deelonderzoek heb ik samengewerkt met William van Giessen van O.K. Parking en celliste Tara Kumar. Samen met William heb ik de technische en inhoudelijke kant vanhet onderzoek gebouwd en met Tara heb ik kunnen onderzoeken wat er haalbaar is in het realtime spelen van de muziek die gegenereerd werd. In het tweede onderzoek heb ik in de uitvoer samengewerkt met muzikant Maarten Zaagman en danseres Marielle Kleyn Winkel. Door zijn (extra) achtergrond in Informatica was Maarten de perfecte onderzoekspartner. Samen met Marielle hebben we onderzocht hoe de techniek dienend kan zijn aan de beweging van de danser om zo nieuwe communicatiewegen mogelijk te maken met de muzikant.
WAT ZIJN DE RESULTATEN?
De beide onderzoeken waren op verschillende manieren erg interessant en hebben veel resultaten opgeleverd. Op het overkoepelende vlak heeft het mij als kunstenaar en onderzoeker veel geleerd hoe een dergelijk onderzoek op te zetten en hoe de samenwerking met verschillende partijen in een creatief proces werkt. Daarnaast zijn er binnen de twee onderzoeken ook verschillende resultaten behaald. Bij het eerste onderzoek nam de ontwikkeling van de techniek veel tijd in beslag. Ook vereiste de beperkingen die dit ons als makers oplegde steeds een aanpassing van het eindresultaat dat wij voor ogen hadden. Dit leverde een interessant proces op waarbij we steeds moesten kijken wat conceptueel de uitgangspunten waren, wat technisch mogelijk was en wat vanuit deze optieken dus een logische vorm zou zijn waarin het zich zou moeten uiten. Uiteindelijk is het een installatie geworden waarbij je als publiek voor een grid staat en met armbewegingen kan bepalen wat de cellist moet spelen. Deze ziet op een scherm steeds noten verschijnen die worden gegenereerd op basis van de Negende Symfonie van Beethoven in combinatie met de armbewegingen van de deelnemer. Een korte video van de performance is hier te zien
Het tweede onderzoek heeft ons veel inzicht gegeven in techniek samenwerkt met een performance. Het toepassen van technische hulpmiddelen is een delicaat proces waarin gezocht moet worden naar een wijze waarop de techniek een verlengstuk wordt van het natuurlijke gedrag van de performer. In plaats van dat het de performer teveel in een hokje stopt en hem daardoor tegenhoudt. Ook heeft de toevoeging van in dit geval een armband die een danseres muzikale expressiemogelijkheden geeft alleen zin als ook voor het publiek exact duidelijk is dat de danseres ook daadwerkelijk in het moment zelf de muziek genereert. Als de suggestie bestaat dat de danseres slechts heel goed ‘in sync’ kan bewegen met een van te voren opgenomen band, is de meerwaarde van de techniek weg. Ook heeft het tweede onderzoek ons veel geleerd hoe een interdisciplinaire samenwerking nou moet werken en hoe ook het publiek hierin een functie kan hebben. Het is niet gezegd dat we hier nu hét antwoord op hebben, maar we hebben daar zeker stappen in gemaakt. Concreet heeft het tweede onderzoek geleidt tot een korte performance die we ook op video hebben vastgelegd. Je kunt hier een deel daarvan bekijken en er is ook een deel van het onderzoek te zien:
WAT IS JE VOLGENDE STAP NAV DE THS?
Beide onderzoeken hebben geleid tot een concreet ‘product’. Een installatie en een korte performance. In het komende jaar is het de bedoeling dat we deze producten verder uitwerken, de wereld in gooien en dat we onze kennis op dit gebied verder gaan verdiepen. Voor de installatie ‘PublicxCello’, die voortgekomen is uit het eerste onderzoek, geldt dat we deze op verschillende festivals gaan programmeren. Vooral festivals die zich bezighouden met het vullen van leegstand in de publieke ruimte passen bij dit concept. Zo zullen we in Maart 2015 met ‘PublicxCello’ in Utrecht en Arnhem te zien zijn in verschillende winkeletalages en proberen we zo een zo breed mogelijk publiek aan te spreken. De performance ‘Mine.Yours.Ours.’ willen we inzetten als voorbeeld op basis waarvan we een verdiepend onderzoek willen opzetten, bijvoorkeur in samenwerking met een productiehuis op het gebied van de podiumkunsten. De resultaten die we hebben behaald bieden naar ons idee juist veel aanknopingspunten om hier een langere periode onderzoek naar te doen. Dit op het vlakken van het gebruik van de technische hulpmiddelen, het inzetten van de publieksparticipatie en het inhoudelijke vlak van co-creatie binnen een samenleving. Uiteindelijk is het doel om door middel van dat onderzoek te komen tot een grotere performance die aan het publiek getoond kan worden. Naast deze twee vervolgstappen is er ook nog een derde vervolg ontstaan. Door het optuigen van het onderzoek voor de THS is er een nieuwe samenwerking ontstaan met Studio Roos Meerman, ODDstream uit Nijmegen en Het Gelders Orkest, waarmee we het project Tactile Orchestra gaan ontwikkelen. Dit wordt een tapijtwand die bij aanraking de prachtige klanken van HGO hoorbaar maakt. We hebben gelukkig de nodige financiële middelen hiervoor binnen kunnen halen, dus komende zomer staat Tactile Orchestra op verschillende festivals door het land.
Concluderend kunnen we stellen dat de THS mij in staat heeft gesteld om aan de hand van twee deelonderzoeken te experimenteren met het inzetten van technische hulpmiddelen in performance en hoe publieksparticipatie hierdoor mogelijk gemaakt kan worden. Deze onderzoeken hebben zowel tot een concreet product geleid als tot een mogelijkheid tot een groter vervolgonderzoek. Dit maakt dat ik doormiddel van de THS iets in gang heb kunnen zetten wat zonder niet mogelijk was geweest. In ieder geval niet met deze resultaten en perspectieven!
Over THS en ABC
Het Art Business Centre van ArtEZ hogeschool voor de kunsten stelt gelden beschikbaar voor Technische Haalbaarheids Studies (THS) in de creatieve sector. Het doel is om, relatief laagdrempelig, jonge ondernemers in de allervroegste fase een idee met een technische component verder uit te laten werken. Een mooie kans voor creatieve ondernemers om in deze risicovolle startersfase van hun onderneming nieuwe frisse ideeën te kunnen door ontwikkelen.
Ook in aanmerking komen voor een THS?
Neem contact op met Cily Smulders van het Art Business Centre er zijn namelijk nog 2 aanvragen die gehonoreerd kunnen worden- 1 april is de sluitingsdatum. Bel 026 – 35 35 631 of stuur een mail naar abc@artez.nl abc@artez.nl.
Dit artikel werd geschreven door Cily Smulders, projectadviseur Art Business Centre, en werd eerder gepubliceerd op http://innovatie.artez.nl/.