In aanloop naar Chaos & Conflict vertellen studenten en alumni van ArtEZ over hun werk en de relatie met de thematiek van ons festival. Myriam Keijzer studeerde in 2015 af bij Illustration Design.
Tijdens mijn afstudeerjaar heb ik een aantal maanden doorgebracht in Madrid. Lopend over de winkelstraat Gran vía zag ik een lachende man staan voor een boekenwinkel. Hij hield de deur open voor mensen. Af en toe zag ik iemand hem wat geld toe stoppen als bedankje. Ik vroeg hem waarom hij in Madrid was. “Ik kom uit Nigeria”, zei hij. “Ik woon nu al vijf jaar in Spanje. Ik kwam hier met een boot, met vele anderen samen in een boot.” Hij heette Osagie, maar hij noemde zichzelf Osas. Dat was makkelijker in Spanje.
Net als zovelen had hij de oversteek gemaakt vanuit Libië naar Spanje. Hij had een moeilijke tijd gehad op straat, maar nu had hij een plek om te wonen. Alleen werk vinden lukte hem niet.
Vanaf die dag ging ik elke week even koffie met hem drinken. Hij vertelde over zijn moeder die uren voor de spiegel kon staan om een lap stof om haar haar te wikkelen en over zijn broertje die altijd spelletjes wilde spelen. Wanneer hij het over Nigeria had zag je hem genieten.
Hij vertelde met veel liefde over Nigeria. Ondertussen schreef ik alles op en vroeg hem of hij het goed zou vinden als ik zijn verhalen tot een boek zou maken. Een beetje verbaasd stemde hij daarmee in.
Op een gegeven moment heb ik hem ook gevraagd mee te tekenen. Hij voegde dingen toe in mijn tekeningen en ik ging weer verder op die van hem. Zo ontstonden beelden die ik zelf nooit had kunnen bedenken. Het voelde goed om op die manier met hem samen te werken. Het verhaal bleef dicht bij hem en zijn hand was ook zichtbaar in het beeld.
Hetgeen wat mij raakte toen ik Osas tegenkwam, was niet het verhaal van zijn overtocht, maar de dingen die hij vertelde over zijn moeder en broertje.
Een verhaal komt dichterbij zodra je iets van jezelf erin herkent. Er zijn weinig Nederlanders die zich zelf herkennen in een gevaarlijke tocht over zee. Maar enorm veel mensen zullen zich herkennen in het missen van je moeder of het buiten spelen met broertjes en zusjes. Doordat Osas hierover vertelde, wist hij de afstand tot de vluchtelingen situatie voor mij te verkleinen. Met mijn boek wil ik dat doorgeven.
In mijn ogen is dat de rol van de kunstenaar in deze tijd. Om kanten te belichten die te weinig gezien worden en de verhalen dichterbij te brengen. Daarvoor moeten we zelf eerst dichterbij komen.
– Myriam Keijzer
Tijdens mijn afstudeerjaar heb ik een aantal maanden doorgebracht in Madrid. Lopend over de winkelstraat Gran vía zag ik een lachende man staan voor een boekenwinkel. Hij hield de deur open voor mensen. Af en toe zag ik iemand hem wat geld toe stoppen als bedankje. Ik vroeg hem waarom hij in Madrid was. “Ik kom uit Nigeria”, zei hij. “Ik woon nu al vijf jaar in Spanje. Ik kwam hier met een boot, met vele anderen samen in een boot.” Hij heette Osagie, maar hij noemde zichzelf Osas. Dat was makkelijker in Spanje.
Net als zovelen had hij de oversteek gemaakt vanuit Libië naar Spanje. Hij had een moeilijke tijd gehad op straat, maar nu had hij een plek om te wonen. Alleen werk vinden lukte hem niet.
Vanaf die dag ging ik elke week even koffie met hem drinken. Hij vertelde over zijn moeder die uren voor de spiegel kon staan om een lap stof om haar haar te wikkelen en over zijn broertje die altijd spelletjes wilde spelen. Wanneer hij het over Nigeria had zag je hem genieten.
Hij vertelde met veel liefde over Nigeria. Ondertussen schreef ik alles op en vroeg hem of hij het goed zou vinden als ik zijn verhalen tot een boek zou maken. Een beetje verbaasd stemde hij daarmee in.
Op een gegeven moment heb ik hem ook gevraagd mee te tekenen. Hij voegde dingen toe in mijn tekeningen en ik ging weer verder op die van hem. Zo ontstonden beelden die ik zelf nooit had kunnen bedenken. Het voelde goed om op die manier met hem samen te werken. Het verhaal bleef dicht bij hem en zijn hand was ook zichtbaar in het beeld.
Hetgeen wat mij raakte toen ik Osas tegenkwam, was niet het verhaal van zijn overtocht, maar de dingen die hij vertelde over zijn moeder en broertje.
Een verhaal komt dichterbij zodra je iets van jezelf erin herkent. Er zijn weinig Nederlanders die zich zelf herkennen in een gevaarlijke tocht over zee. Maar enorm veel mensen zullen zich herkennen in het missen van je moeder of het buiten spelen met broertjes en zusjes. Doordat Osas hierover vertelde, wist hij de afstand tot de vluchtelingen situatie voor mij te verkleinen. Met mijn boek wil ik dat doorgeven.
In mijn ogen is dat de rol van de kunstenaar in deze tijd. Om kanten te belichten die te weinig gezien worden en de verhalen dichterbij te brengen. Daarvoor moeten we zelf eerst dichterbij komen.
– Myriam Keijzer