Kristi Tjon-A-Fat schreef deze tekst. Studenten Creative Writing schrijven in aanloop naar ons festival Chaos & Conflict (twee-) wekelijks een tekst, waaronder een viertal gedichten over de aanslagen in Parijs.
Het is niet onze capaciteit voor geweld dat de mens onderscheidt van dieren, er is geen dier op aarde dat niet agressief kan zijn, zelfs niet de getemde die men in huis neemt. Het is ons grote vermogen als inventieve denkers en makers, en onze noodzaak om onszelf te uiten dat ons uniek maakt. Wij zijn jagers, krijgers, en soldaten; beschermers van ons eigen territorium, bereid om te vechten voor wat wij dierbaar vinden. Of dat ons land en thuis is, of het wachtwoord voor een online profiel maakt daarbij weinig uit. Maar we zijn ook gepassioneerde kunstenaars en verwoede liefhebbers van schoonheid, met lichamen die op een biologisch niveau naar muziek snakken.
Jammer genoeg is oorlog een net zo groot deel van ons, zodanig geïntegreerd in onze manier van leven dat men niet verrast opkijkt als een nieuwe terroristische groep zich bekend maakt, maar hun lippen op elkaar perst en denkt ‘het is weer eens zo ver’. Journalisten vliegen erop af als ratten op een vuilnisbelt, politici weten niet welke kant van zichzelf ze naar hu publiek moeten richten. (Zullen we helpen? Nee, ben je gek, weet je hoeveel dat mij- sorry, ons gaat kosten? Liever zij dan ik!)
Ellende en wanhoop heersen, vlak naast de sporadische toespraken over hoop en overwinning. (I had a dream! Pray for Paris!) Het perfecte milieu om geïnspireerd te raken als kunstenaar; er is niets stimulerender dan een grote hoop chaos. Er zijn manieren om een boodschap binnen te laten komen die harder knalt dan een vuurwapen of een atomische bom, en langer wordt onthouden door de wereldpopulatie dan een simpele bedreiging.
Het is een terugkerend thema: kunst als wapen. Denk hierbij aan de kunstwerken binnen het neoplasticisme en constructivisme, zo politiek geladen dat ze een stempel hebben gedrukt op de stijlen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De stromingen binnen de kunsten ontwikkelen zich tot het juiste historische moment aanbreekt en de stroming een revolutie is. Of de kunsten invloed hebben op de politieke situatie, of juist andersom, is een onderwerp waar men jaren over kan debatteren zonder tot een definitieve conclusie te komen; waar men jaren lang over heeft gedebatteerd zonder tot een definitieve conclusie te komen. Zeker is dat als de trommels worden geslagen, de kunstenaars klaar staan met hun eigen instrumenten. Het is immers dezelfde melodie die sinds de prehistorische tijd wordt gespeeld: Mensch.
Het is niet onze capaciteit voor geweld dat de mens onderscheidt van dieren, er is geen dier op aarde dat niet agressief kan zijn, zelfs niet de getemde die men in huis neemt. Het is ons grote vermogen als inventieve denkers en makers, en onze noodzaak om onszelf te uiten dat ons uniek maakt. Wij zijn jagers, krijgers, en soldaten; beschermers van ons eigen territorium, bereid om te vechten voor wat wij dierbaar vinden. Of dat ons land en thuis is, of het wachtwoord voor een online profiel maakt daarbij weinig uit. Maar we zijn ook gepassioneerde kunstenaars en verwoede liefhebbers van schoonheid, met lichamen die op een biologisch niveau naar muziek snakken.
Jammer genoeg is oorlog een net zo groot deel van ons, zodanig geïntegreerd in onze manier van leven dat men niet verrast opkijkt als een nieuwe terroristische groep zich bekend maakt, maar hun lippen op elkaar perst en denkt ‘het is weer eens zo ver’. Journalisten vliegen erop af als ratten op een vuilnisbelt, politici weten niet welke kant van zichzelf ze naar hu publiek moeten richten. (Zullen we helpen? Nee, ben je gek, weet je hoeveel dat mij- sorry, ons gaat kosten? Liever zij dan ik!)
Ellende en wanhoop heersen, vlak naast de sporadische toespraken over hoop en overwinning. (I had a dream! Pray for Paris!) Het perfecte milieu om geïnspireerd te raken als kunstenaar; er is niets stimulerender dan een grote hoop chaos. Er zijn manieren om een boodschap binnen te laten komen die harder knalt dan een vuurwapen of een atomische bom, en langer wordt onthouden door de wereldpopulatie dan een simpele bedreiging.
Het is een terugkerend thema: kunst als wapen. Denk hierbij aan de kunstwerken binnen het neoplasticisme en constructivisme, zo politiek geladen dat ze een stempel hebben gedrukt op de stijlen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De stromingen binnen de kunsten ontwikkelen zich tot het juiste historische moment aanbreekt en de stroming een revolutie is. Of de kunsten invloed hebben op de politieke situatie, of juist andersom, is een onderwerp waar men jaren over kan debatteren zonder tot een definitieve conclusie te komen; waar men jaren lang over heeft gedebatteerd zonder tot een definitieve conclusie te komen. Zeker is dat als de trommels worden geslagen, de kunstenaars klaar staan met hun eigen instrumenten. Het is immers dezelfde melodie die sinds de prehistorische tijd wordt gespeeld: Mensch.