Iets meer dan een week geleden is mijn oma overleden en ik voelde me eerlijk gezegd vooral schuldig. Door verschillende omstandigheden heb ik de afgelopen jaren niet zoveel contact gehad met ‘mijn moeders kant’. Eerlijk gezegd ben ik al een jaar of vier niet op mijn oma’s verjaardag geweest, noch ben ik kerst komen vieren, noch kwam ik paaseieren zoeken. Dat komt niet doordat ik mijn oma stom vond, integendeel. Maar het gebeurde gewoon niet, en dat is iets waar ik nu spijt van heb. Ik dacht dat ik door mijn persoonlijke (psychische) omstandigheden geen ruimte had voor mijn familie. Dat ze te veel zouden vragen en mijn energievoorraad zouden opslurpen wanneer ik af zou reizen naar het dorp waar mijn familie woont. Eigenlijk was ik vooral bang om afgewezen te worden (om wat ik ben: genderqueer) en durfde daarom niet te komen. Die afwijzing had ik zelf bedacht, maar hij leek me zo aannemelijk dat ik niemand van mijn familie de kans heb gegeven om het tegendeel te bewijzen. Dat kon ik me niet voorstellen. Dat kun je niet als je je rot voelt. Een ongelukkig mens is, of-ie het nu wil of niet, egoïstisch.
Mijn oma was dat niet. Ze was een lieve vrouw, voor zover ik weet, en dol op kinderen. Ze noemde ze ‘het kleine volkje’ en tot op het laatst maakte niets haar gelukkiger dan zo’n dreumes in de buurt te hebben. Ik denk dat ouderdom en misschien ook wel ziekte zulke fundamentele eigenschappen uitvergroten. En ik vraag me af hoe dat later bij mij zal zijn.
Ik denk niet dat ik een grote familie zal hebben, want ik denk niet dat ik kinderen op de wereld zal zetten. Dat komt vooral door de manier waarop deze witte westerse wereld kijkt naar ouderschap. Of in mijn geval naar ‘moederschap’, want ik zal (wanneer ik met een buggy rondloop) waarschijnlijk grotendeels worden gelezen als ‘moeder’ en niet als ‘ouder’. Ik voel me op dit moment in mijn leven (en ik hoop dat het ooit zal veranderen) niet fijn genoeg in mijn lijf en in mijn identiteit om niet te worstelen met de manier waarop anderen me waarnemen. En daar bovenop durf ik niet altijd te vertrouwen op het goede in de mens, dat die in staat is zijn eigen denkbeelden aan de kant te zetten of zelfs te veranderen, wanneer iemand daarom vraagt. Dat is niet per se eerlijk van me, dat is angst.
Ik ben wat dat betreft ook niet eerlijk geweest tegenover mijn familie. Ik ben weggebleven om iets te vermijden wat helemaal niet gebeurde. Het blijkt, zelfs in gelukkige tijden, lastig om realistisch te zijn in het beantwoorden van de vraag waar ik me veilig kan en mag voelen.
Tijdens de begrafenis van mijn oma heb ik al mijn familieleden omhelsd en was het net zo vertrouwd als vroeger. Mijn moeder had iedereen al op de hoogte gesteld van mijn naamsverandering en niemand maakte ook maar één fout. Heel af en toe versprak iemand zich met mijn voornaamwoord, maar telkens verbeterden ze zichzelf. Iedereen deed enorm zijn best en ik voelde me thuis en zelfs trots op mijn familie.
Ik voelde me aan het einde van de dag schuldig dat ik niet eerder tot dit inzicht was gekomen, en dankbaar voor het feit dat ze me niets verweten. Ze waren gewoon blij dat ik er was. En ik ben op mijn beurt blij dat zij er zijn. En dat mijn oma er is geweest om ons allemaal op de wereld te zetten, om voor ons te zorgen en om paaseieren mee te zoeken.
Dit is de zesde blog van Lot Veelenturf voor #DiversityStories.
Mijn oma was dat niet. Ze was een lieve vrouw, voor zover ik weet, en dol op kinderen. Ze noemde ze ‘het kleine volkje’ en tot op het laatst maakte niets haar gelukkiger dan zo’n dreumes in de buurt te hebben. Ik denk dat ouderdom en misschien ook wel ziekte zulke fundamentele eigenschappen uitvergroten. En ik vraag me af hoe dat later bij mij zal zijn.
Ik denk niet dat ik een grote familie zal hebben, want ik denk niet dat ik kinderen op de wereld zal zetten. Dat komt vooral door de manier waarop deze witte westerse wereld kijkt naar ouderschap. Of in mijn geval naar ‘moederschap’, want ik zal (wanneer ik met een buggy rondloop) waarschijnlijk grotendeels worden gelezen als ‘moeder’ en niet als ‘ouder’. Ik voel me op dit moment in mijn leven (en ik hoop dat het ooit zal veranderen) niet fijn genoeg in mijn lijf en in mijn identiteit om niet te worstelen met de manier waarop anderen me waarnemen. En daar bovenop durf ik niet altijd te vertrouwen op het goede in de mens, dat die in staat is zijn eigen denkbeelden aan de kant te zetten of zelfs te veranderen, wanneer iemand daarom vraagt. Dat is niet per se eerlijk van me, dat is angst.
Ik ben wat dat betreft ook niet eerlijk geweest tegenover mijn familie. Ik ben weggebleven om iets te vermijden wat helemaal niet gebeurde. Het blijkt, zelfs in gelukkige tijden, lastig om realistisch te zijn in het beantwoorden van de vraag waar ik me veilig kan en mag voelen.
Tijdens de begrafenis van mijn oma heb ik al mijn familieleden omhelsd en was het net zo vertrouwd als vroeger. Mijn moeder had iedereen al op de hoogte gesteld van mijn naamsverandering en niemand maakte ook maar één fout. Heel af en toe versprak iemand zich met mijn voornaamwoord, maar telkens verbeterden ze zichzelf. Iedereen deed enorm zijn best en ik voelde me thuis en zelfs trots op mijn familie.
Ik voelde me aan het einde van de dag schuldig dat ik niet eerder tot dit inzicht was gekomen, en dankbaar voor het feit dat ze me niets verweten. Ze waren gewoon blij dat ik er was. En ik ben op mijn beurt blij dat zij er zijn. En dat mijn oma er is geweest om ons allemaal op de wereld te zetten, om voor ons te zorgen en om paaseieren mee te zoeken.
Dit is de zesde blog van Lot Veelenturf voor #DiversityStories.
events: