publicationessaypodcastinterviewvideoblognewsonline coursespeopleAPRIA

Boodschap van mijn voeten

blog by Lot Veelenturf – 01 May 2018
Ik ben in augustus ingetrokken bij mijn vriend. We wonen in een jarendertig rijtjeshuis, een bovenwoning, op de hoek van de straat. We hebben zelfs een balkon waar we ’s zomers buiten eten. Mijn vriend heeft eigenhandig de vloeren gelegd, de elektriciteit aangesloten en ervoor gezorgd dat er centrale verwarming kwam. Het is het eerste thuis dat hij zelf gecreëerd heeft. Hoewel ik er al vanaf de zomer woon, vind ik het soms lastig om me er helemaal thuis te voelen.

Wat ik meestal doe wanneer ik die stress voel, is opruimen. Dat zal voor veel mensen herkenbaar zijn: de rustgevende werking van afwasmiddel en de verdoving van badkamerbleek. Gina Lazenby, auteur van Feng Shui Wonen geeft ons gelijk. Ze zegt dat ons huis een directe verlenging is van onszelf. ‘Het is een spiegel die laat zien wie we zijn. In een woonruimte bevinden zich bewijsstukken en symbolen van onze ervaringen, gedachten en dromen uit ons verleden.’ En wanneer die bewijsstukken samen een harmonieus geheel vormen, zullen we die harmonie weerspiegeld zien in ons dagelijks leven. Na het lezen van deze passage sorteer ik meteen mijn boekenkast op kleur.

Het helpt niet. Je boekenkast sorteren werkt alleen bij dagelijkse stress. In mijn lichaam heeft zich door de jaren heen een ander soort spanning gemanifesteerd, die niet zo makkelijk weg te boenen is. Het is een spanning die ontstaat wanneer je je constant afvraagt hoe je je in godsnaam moet verhouden tot je lichaam. Ik weet niet goed hoe ik dat aan moet pakken. Hoeveel ik ook opruim, het huis verandert binnen een week weer terug in zijn oude staat.

Je zou kunnen zeggen dat ik, als genderqueer persoon, niet alleen qua huis, maar ook qua lichaam ben verhuisd. Niet letterlijk, want een volledige lichaamstransplantatie is niet mogelijk en staat ook niet op mijn verlanglijstje. Het gaat meer om de manier waarop ik mijn lichaam ervaar. Dat is anders sinds ik uit de kast ben en niet meer probeer een vrouw na te doen. Ik ben me extra bewust van de gegenderde delen van mijn lichaam: mijn primaire en secundaire geslachtskenmerken, om ze maar even bij de naam te noemen. Mijn borsten zelf zijn bijvoorbeeld niet veranderd, maar wel de manier waarop ik ermee omga. Soms zijn er dagen dat ik ze het liefst niet had gehad, en dan stop ik ze weg. Soms ben ik er best tevreden mee, maar dan vind ik het lastig dat te uiten. Borsten zijn helaas bij de rest van de wereld nog altijd het toonbeeld van vrouwelijkheid, en dat is precies niet hoe ik wil dat mensen me ‘lezen’.

Taal kan een hoop van dit soort dingen beter maken. Zo noem ik mijn borsten op sommige dagen ‘borst’, andere dagen ‘borsten’ en heel soms ‘tiet’ (als ik echt niet weet wat ik ermee aan moet). Iets anders dat me soms helpt zijn rituelen. Queer dichter C.A. Conrad schreef een bundel, A Beautiful Marsupial Afternoon, met ‘(soma)tic poetry excercises’: Rituelen om uit te voeren (met je lichaam (=soma)) die daarna tot een gedicht kunnen/moeten/mogen leiden. Dit is het begin van zo’n ritueel: ‘If you can be naked for this exercise it is best. Plan to be outside for 9 different sunsets. Get yourself comfortable and seated an hour before the sunset. For 50 minutes focus on your feet.’ Bij iedere zonsopgang daarna moet je je focussen op een ander lichaamsdeel: ‘Legs, Genitals, Naval, Breasts, Arms, Hands, Neck, Head (exterior), Head (interior).’ Je moet je voorstellen wat ze tegen je zouden zeggen als ze hun eigen gedachten hadden.

Ik kan me voorstellen dat als mijn borsten hun eigen gedachten hadden, ze tegen me zouden zeggen dat ik iets liever voor ze moet zijn. Dat ik niet iedere dag die strakke binder moet dragen, omdat ze daar geen lucht door krijgen. Maar dat ze het wel snappen. Ze voelen zich ook onbegrepen.
De innerlijke stem van mijn benen zou zeggen dat ik mijn haartjes moet omarmen, want wat groeit dat groeit. Mijn navel zou me zeggen dat hij (is het een hij?) op zich wel tevreden is en mijn voeten dat ze graag wat meer frisse lucht zouden krijgen. Schoenen uit, sokken uit, blote voeten in het gras. Mijn genitaliën vragen me of ik nu alsjeblieft een keer wil stoppen met een binaire rol voor ze uitkiezen. Dit is een genderqueer lichaam en dat betekent dat ook echt alles aan dit lichaam genderqueer is. Niets ervan hoeft zich te verantwoorden aan een van de twee uitersten van het genderspectrum. Er zijn namelijk niet maar twee uitersten.

Het ritueel van Conrad en de uitwerking daarvan zijn vergelijkbaar met Feng Shui. Zoals mijn voeten, borsten, benen en hoofd een deel van mij zijn, zo ben ik een deel van – en beïnvloed ik – mijn huis. Er zijn een hoop plekken waar spinnenwebben hangen of waar dingen lukraak zijn opgestapeld, met iedere seconde het risico dat de hele berg instort. Eigenlijk net als er in mijn lichaam een hoop plekken zijn waar ik ook niet genoeg aandacht aan besteed. Ik doe nu bijna elke dag een mindfulness-oefening (want dat is wat zo’n ritueel eigenlijk is, minus de excentrieke details van 9 zonsopkomsten naakt moeten bijwonen) en het helpt. Iedere keer focus ik op een klein stukje van mezelf, alsof het een kamer in mijn huis is. Ik ruim iedere ruimte helemaal leeg, stofzuig hem, dweil, gooi alle troep weg en ruim alle belangrijke dingen dan weer in. Ik zet de ramen open. Ik ga in de vensterbank zitten en kijk eens rond. Opgeruimd staat netjes.

Dit is de weede blog van Lot Veelenturf voor Diversity Stories.
events:

SEX & the Sexual Politics of the Gaze

one day festival15 Mar '18